Onze partners aan het woord
Door Odette Houtkoop
Dit is het eerste artikel in een reeks waarin een medewerker van een van onze partners een paar standaardvragen beantwoordt. Jan Schram van It Fryske Gea trapt af.
Wie ben je, waar werk je en wat doe je daar?
Ik heet Jan Schram en ik ben opzichter van district West bij It Fryske Gea. Als opzichter ben ik verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van de keuzes die op beleidsgebied worden gemaakt. Je kunt daarbij denken aan praktische begeleiding bij inrichtingsplannen in een van onze natuurgebieden. Het is een hele brede functie, waarin ik veel contact heb met aannemers en loonbedrijven. Wij hebben binnen It Fryske Gea de provincie opgedeeld in vier districten. Mijn district, West, loopt van de Afsluitdijk tot Lemmer en dan binnen de snelweg Bolsward – Sneek – Lemmer. Dan praat je over 6.500 ha gebied dat wij beheren. Dat is inclusief de Natura2000-gebieden, en dat is zo’n 2.500 ha water. Hieronder vallen bijvoorbeeld de buitendijkse gebieden bij Makkum, de Noardwaard, Workumerwaard en de Steile Bank. Onze kant van het IJsselmeer vind ik op het gebied van “echte” natuur de belangrijkste. Wij krijgen veel zand door de veelal westenwind, en zo vormen zich de natuurlijke ondieptes, daarnaast bevinden zich langs de hele Friese kust robuuste moerassen, die plek bieden aan vele soorten flora en fauna.
Wat is jullie belangrijkste speerpunt met betrekking tot het IJsselmeer? Hoe geven jullie daar vorm aan binnen en buiten de coalitie?
Ons belangrijkste speerpunt is het versterken van de natuurwaarden. Het IJsselmeer staat onder druk. Ook als waterwingebied. Door de peilverhoging zien wij dat wij onze natuurgebieden in de toekomst anders moeten gaan inrichten. Met het geld dat er beschikbaar komt, bijvoorbeeld uit de PAGW, moeten we de natuur veiligstellen, en versterken en uitbreiden waar dat mogelijk is. Er liggen nu al gebieden onder water. Wij hebben ideeën genoeg en zijn er constant mee bezig. We willen graag pilots draaien om op kleine schaal te kijken hoe dingen werken om het daarna in het groot te vertalen, maar dat kost ook weer een paar ton.
Ik denk dat mijn collega’s Chris Bakker en Germ van der Burg een belangrijke rol spelen in de coalitie en daar buiten. Door in gesprek te blijven met andere partijen in het gebied, denk aan RWS, kunnen we gezamenlijk veel bereiken.
Hoe bevalt het werken in onze coalitie?
Ik vind werken met de coalitiepartners prachtig. Het is een verlengstuk van mijn eigen werk. Ik denk dat we door als partners bij elkaar te zitten, doelen kunnen behalen. Samen vormen we het totaalplaatje. Wij beheren dingen en dat zien we in het groot terug. Zo groeit de kievitsbloem bij ons in de Bocht fan Molkwar, dat is een prachtige soort die nergens anders bij ons voorkomt. De groeiplaats is dan ook op een voormalig schelpenbankje van de Zuiderzee (kalkrijke omstandigheden). Door ons beheer ter plaatse is deze de laatste 20 jaar behoorlijk toegenomen. Het is een kleinschalig voorbeeld maar het helpt allemaal mee aan het mooie gebied van het IJsselmeer.
Wat is jouw mooiste ervaring op of rond het IJsselmeer?
Op de buitenste zandplaat van de Steile Bank liggen wel eens zeehonden. Het is alweer jaren geleden, maar ik voer daar een keer met de rubberboot en zag er eentje liggen. Op het moment dat ik stop, gaat hij het water in. Meestal duiken ze en zie je ze niet meer, maar dit was er eentje van Lenie, zeggen we dan gekscherend, want hij kwam gewoon bij me. Hij was bijna handtam.
Dat is ook eigenlijk wel mijn favoriete gebied, de Steile Bank, het is een enorm object van 1.800 ha. Ik heb daar al zoveel gezien, jagende zeearenden (soms wel vijf exemplaren) en flamingo’s, daarnaast biedt het plaats aan duizenden rustende ganzen, en veel steltlopers.
Het gebied wordt door windwerking gevormd, soms zijn er ineens zandplaten, die luwte bieden aan het gehele achterliggende gebied. Door een storm, of bijvoorbeeld zuidenwind, verandert plots zo’n heel gebied weer. Door de gemiddelde waterdiepte van het gebied van de Steile Bank van ongeveer 70 cm is het een supergebied voor vissen, en dan zowel als paai- en opgroeigebied. Daardoor heeft het ook weer grote aantrekkingskracht op vogels. Ook komen er bijzondere waterplanten voor. Wij willen hier dus geen zandwinning!
Op de foto: Jan met een jonge visdief
terug naar het nieuwsoverzicht