Nieuws

Uit het Blauwe Hart van Nederland

Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het IJsselmeergebied? Meldt u dan aan voor onze nieuwsbrief en volg ons op facebook en twitter.
Onze nieuwsbrief wordt mede mogelijk gemaakt door de gratis accounts die wij hebben bij en .

 

Jandirk Hoekstra overleden

26 februari 2024
Jandirk Hoekstra, landschapsarchitect, is op 1 februari jl. plotseling overleden. Jandirk was vanaf begin 2022 de trekker van het IJ-team, werkend aan de ruimtelijke kwaliteit van het IJsselmeergebied. Dit team heeft onder zijn bezielende leiding, op zoek naar ruimtelijke kwaliteit en een ‘plan dat werkt’, een aantal ontwerpen en adviezen gerealiseerd voor projecten langs de IJsselmeerkust. Jandirk was een grote verbinder en inspirator in talloze projecten in Nederland en daarbuiten. Niemand wist beter dan hij dat het werken aan landschappelijke kwaliteit een gezamenlijke en culturele opgave is, die alleen door hecht teamwork tot een goed resultaat kan worden gebracht. We zullen hem enorm missen!
 
 

Coalitie zoekt programmamanager

11 januari 2024
De afgelopen 17 jaar heeft Flos Fleischer eerst Stichting Blauwe Hart en later Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk met eigenzinnig enthousiasme geleid. Met het afzwaaien van Flos komt er een einde aan haar inspirerende leiderschap en mag iemand het stokje van haar overnemen. PROGRAMMAMANAGER (28 uur) Over Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk De natuurorganisaties en de sportvissers vormen de ‘Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk’. Samen maken we ons sterk voor het IJsselmeergebied, een superbelangrijk wetland in het midden van ons land. Wij streven naar een duurzaam gebruik van Het Blauwe Hart. Duurzaam betekent een gezond en vitaal zoetwatermeer waarvan we ook in de toekomst kunnen genieten. Gezond water met een goede vis- en vogelstand, vitale natuur, uniek cultureel erfgoed, eindeloze vergezichten en economische mogelijkheden. Wat ga je doen? Als programmamanager ben je leidend in de doelstelling ‘Samen maken we het IJsselmeergebied weer gezond’ en alle activiteiten die hieruit voortvloeien. Denk daarbij aan de ontwikkeling van diverse natuurprojecten in het IJsselmeergebied, zoals de Vismigratierivier in de Afsluitdijk. Je onderhoudt contacten met directeuren en beleidsmedewerkers van de samenwerkende organisaties voor draagvlak, visievorming en realisatie van de doelstellingen. En je stimuleert anderen binnen het samenwerkingsverband hieraan bij te dragen. Daarnaast onderhoud je actief het netwerk rond het IJsselmeergebied en vertegenwoordig je de samenwerking in diverse (externe) overleggen. Daar draag je de gezamenlijk geformuleerde standpunten uit. Je organiseert, waar nodig, bijeenkomsten zoals over de kwetsbaarheid van de Gouwzee en brengt belangrijke partijen bij elkaar om samen het gesprek te voeren en kennis en standpunten te delen. Je bent veel op pad, je werkplek is op kantoor in Heiloo waar je leiding geeft aan drie medewerkers. Wie ben jij? Je beschikt uiteraard over kennis (WO-niveau) van en ervaring met natuur, waterbeheer, visserij en recreatie, en ruimtelijke (planvormings-) processen. Je kunt uitstekend samenwerken, overtuigend communiceren en je bent een echte verbinder en netwerker. Je hebt oog voor de verschillende belangen binnen de diverse thema’s en de strategische ontwikkelingen daarin. Je bent resultaatgericht, initiatiefrijk en je voelt je als een vis in het water in een zeer dynamische omgeving. Wat bieden wij? We bieden je een informele werkomgeving met korte lijnen en een grote mate van autonomie, met veel ruimte voor eigen inbreng, nieuwe initiatieven en (persoonlijke) ontwikkeling. De functie is ingeschaald in functieschaal 8, conform de CAO Bos en Natuur, ondernemingsdeel De Landschappen. Het salaris bedraagt circa € 4.151,- tot € 5.642,- bij een fulltime dienstverband. Je komt in dienst bij Stichting Landschap Noord-Holland en de standplaats is Heiloo. Geïnteresseerd? Stuur dan jouw motivatie en cv uiterlijk 11 februari 2024 via deze link. Je komt op een pagina van Stichting Landschap Noord-Holland. Vragen? Neem dan contact op met Flos Fleischer, Programmamanager van Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk, 06 20 70 00 49. Meer informatie over de coalitie vind je op deze site. Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld en er wordt derhalve niet op gereageerd.
 
 

Parel van het IJsselmeer: de Gouwzee

28 november 2023
Verslag van een vruchtbare bijeenkomst De Gouwzee is een onderbelicht deel van het IJsselmeergebied, terwijl het gebied hoge natuurwaarden heeft (en een dubbele beschermingsstatus vanuit Natura 2000). Er komen veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied af. Het is goed om in een vroeg stadium met alle betrokken partijen om tafel te zitten en te bespreken welke ontwikkelingen dat zijn en hoe we denken hier het beste mee om te kunnen gaan. Daarom faciliteerde de coalitie in september een bijeenkomst waar betrokken partijen met elkaar in gesprek gingen. Dit leverde een mooie oogst aan bruikbare ideeën op. De partijen zijn eensgezind op belangrijke uitgangspunten. Lees hier het verslag van de bijeenkomst.
 
 

Vogels vangen om ze te kunnen beschermen

1 november 2023
In ons artikel van 27 juli 2022 gingen wij dieper in op het ringen van vogels. Wie doen dat, en hoe en waarom doen zij dat? Tijdens het broedseizoen is een deel van de ringers aan het werk in het kader van Constant Effort Sites (CES). Wat is dat en wat levert het op voor onze partner Vogelbescherming Nederland? Er zijn Constant Effort Sites in Europa, Noord-Amerika en Canada. In Nederland worden de CES-activiteiten  gecoördineerd door Sovon Vogelonderzoek Nederland en het Vogeltrekstation. Op de Nederlandse Constant Effort Sites worden vogels gevangen, geregistreerd en geringd om gegevens te verzamelen over overleving en reproductie. Gecertificeerde vogelringers vangen in het voorjaar en de zomer op een gestandaardiseerde manier vogels. Zij doen dat op ruim 40 CES-locaties in Nederland. Deze liggen in verschillende leefgebieden, zoals rietmoeras en bos. Van half april tot en met begin augustus wordt 12 keer (eens per 10 dagen) geringd. Van zo’n 20 algemene soorten, waaronder de rietzanger, is het ieder jaar mogelijk om trendindexen te berekenen. Dankzij de gestandaardiseerde werkwijze worden gegevens verzameld waarmee veranderingen in de jaarlijkse overleving en het broedsucces kunnen worden berekend. CES levert dus informatie op waarmee een deel van de aantalsveranderingen van broedvogels kan worden verklaard. Ook veranderingen in het trekgedrag en de conditie van vogels kunnen worden opgemerkt door vogels te ringen, te meten en te wegen. “Onderzoek is nodig om effectief te kunnen beschermen” Ruud van Beusekom, senior communicatieadviseur van Vogelbescherming Nederland, vertelt: “Wij zijn geïnteresseerd in verspreiding en aantallen, en ook in trends, de ontwikkelingen op de langere termijn. Op basis van het aantal en de trend beslissen we welke soort we prioriteit geven in de bescherming en welke er bijvoorbeeld op de rode lijst voor broedvogels komt.” “Als wij een trend constateren, willen we weten waardoor die wordt veroorzaakt, vooral als de aantallen van een vogelsoort afnemen. De grootte van de populatie wordt door drie dingen bepaald: sterfte, aanwas, en emigratie en immigratie. Bij standvogels, zoals de steenuil, speelt dat laatste vrijwel niet. Bij trekvogels veel meer. Bijvoorbeeld de zwartkop en rietzanger, die overwinteren in Zuid-Europa of Afrika. Door ze te blijven vangen, ook nadat de jongen zijn uitgekomen, kan je het broedsucces berekenen. Als het broedsucces hoog is, maar er komen er weinig terug na de trek, is er onderweg iets misgegaan of in de overleving in de winterperiode. Een laag broedsucces? Dan is er iets misgegaan in de reproductie. Dit geeft kennis om te bepalen waar de drukfactoren liggen voor de populatie. Deze kunnen we vervolgens laten onderzoeken.” “Uit CES komt ook informatie over de conditie van vogels. Hebben we bijvoorbeeld een heel koude zomer, dan komen insectenetende vogels in de problemen. Ze kunnen dan al dood gaan in het broedgebied of ze vertrekken met te weinig vet en sterven onderweg tijdens de trek. Klimaat is dus ook bepalend. Maar wat als de insectenpopulatie op orde is en de soort neemt toch af? Dan is het tijd voor onderzoek.” “In het IJsselmeergebied zijn belangrijke rietvelden voor rietvogels, zoals De Mokkebank. Een mooi concreet voorbeeld van het duiden van een trend in rietland gaat over de grote karekiet in de randmeren. We zagen dat de aantallen afnamen, maar wisten niet precies waarom. De kwaliteit van het water speelt een rol, net als waterbeheer. Dat hebben we dus laten onderzoeken. Je wilt immers beschermingsmaatregelen nemen die echt werken. Wat bleek, het speciale, zware riet dat de grote karekiet nodig heeft, verdween doordat grauwe ganzen het riet afgraasden. Door het riet af te rasteren, zodat grauwe ganzen er niet in konden, zagen we het riet weer aangroeien en de aantallen grote karekiet niet verder afnemen en hier en daar zelfs weer toenemen. En zo ontdekken we steeds weer ‘draaiknoppen’ in het beheer om de achteruitgang te stoppen.” Meer lezen? Op De Mokkebank aan de Friese kust staat een vogelringstation. Hier wordt tijdens het broedseizoen meegewerkt aan het CES-project. Lees hier meer over natuurgebied De Mokkebank, het vogelringstation en de ringers.
 
 

“De waarde is vele malen groter dan het ongemak”

16 oktober 2023
Dit is het derde artikel in een reeks waarin een medewerker van een van onze partners een paar standaardvragen beantwoordt. Myrthe Fonck van PWN neemt het stokje over van Martijn de Jong. Wie ben je, waar werk je en wat doe je daar? Ik heet Myrthe Fonck en ik werk als strategisch adviseur natuur bij PWN. PWN is het drinkwaterbedrijf in Noord-Holland. Ik denk na over de lange termijn. Hoe zorgen we voor gezond drinkwater en gezonde duinen in de toekomst? Onze slogan is schone natuur, schone bronnen, schoon drinkwater. Een gezond ecosysteem is de beste basis voor onze bron, het IJsselmeer. Wij willen de drinkwatervoorziening verduurzamen. Door natuurlijke zuivering te ontwikkelen kunnen wij onze voetafdruk verkleinen. Wat is jullie belangrijkste speerpunt met betrekking tot het IJsselmeer? Hoe geven jullie daar vorm aan binnen en buiten de coalitie? Wij hebben drie pijlers: goede kwaliteit, voldoende kwantiteit en goede natuur. Binnen het speelveld van het IJsselmeer maken we ons hier hard voor. Dat doen we door gesprekspartner te zijn, om tafel te zitten op relevante plekken en door oog te hebben voor omgevingsmanagement. Dat gaat dan ook over bijvoorbeeld het stroomgebied van de Rijn. PWN werkt aan de ontwikkeling van een klimaatbuffer in het IJsselmeer. In de buffer kunnen we IJsselmeerwater van goede kwaliteit opslaan. Aan de randen ontwikkelen we een natuurgebied met rietmoeras en waterplanten dat kan helpen bij de voorzuivering. Zo kunnen we beter inspelen op verschillen in waterkwaliteit, bijvoorbeeld in periodes van lagere afvoeren van de rivieren. Het IJsselmeer ‘dikt dan in’, waardoor de concentratie van ongewenste stofjes toeneemt. In tijden van mindere waterkwaliteit in het IJsselmeer hebben we zo toch de beschikking over voldoende water van goede kwaliteit. Dit najaar of volgend voorjaar starten we met een demo om voorzuivering te bestuderen. Dat gaan we doen op ons terrein bij Andijk. We gaan daar 1 ha wetland aanleggen om waterzuivering te bestuderen. De coalitie heeft vanaf het begin meegedacht over hoe zo’n klimaatbuffer eruit kan komen te zien, hoe deze in het landschap past en op welke manier de beste bijdrage kan worden geleverd aan de natuurkwaliteiten van het IJsselmeergebied. Ook heeft de coalitie onze aanvraag voor de LIFE subsidie voor de demo ondersteund (met succes!). Hoe bevalt het werken in onze coalitie? Het IJsselmeergebied is een complex gebied, zowel natuurlijk als bestuurlijk. Het is een hele uitdaging om er de vinger achter te krijgen welke overleggen er allemaal zijn. Door de coalitie hebben we daar goed zicht op. Ik denk dat het heel zinvol is om als natuurpartijen in vereniging te opereren. Op die manier kan je elkaar helpen, ondersteunen en vertegenwoordigen. Samen ben je sterker dan individueel. Misschien zijn we het niet altijd helemaal eens, al is het maar omdat we op verschillende plekken rond het IJsselmeer zitten, maar we kunnen gezamenlijk meer bereiken. Daarnaast hebben we de beschikking over meer kennis, doordat we met verschillende expertises om tafel zitten. Niet alles is altijd even interessant voor iedereen en daar ligt ook de uitdaging: hoe hou je het relevant voor iedereen. De waarde is echter vele malen groter dan het ongemak dat het soms geeft. Wat is jouw mooiste ervaring op of rond het IJsselmeer? Het gebied rond de spaarbekkens bij Andijk vind ik altijd mooi. Je beleeft daar echt de grootte van het IJsselmeer en de kracht van de elementen. Ik stond daar eens met een groep op de dijk in een stevige oostenwind, kletsnat waren we! Je beleeft het IJsselmeer daar echt. Dat vind ik supermooi.
 
 

Onze coalitie in beeld en geluid

10 oktober 2023
De unieke waarden van het IJsselmeergebied worden bedreigd. De partners van Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk hebben de oplossingen samengevat in een streefbeeld, dat is vormgegeven in een compacte infographic. Behoefte aan meer (auditieve) informatie? Luister naar Flos Fleischer, programmanager van de coalitie, in de podcast Vakwerk. Daarin vertelt Flos over nut en noodzaak van de coalitie en wat het werk voor haar betekent.
 
 

Rol PAGW in rivierengebied in beeld

6 juli 2023
De Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) werkt in het rivierengebied aan verbetering van de ecologische waterkwaliteit en natuur. Om ecosystemen te versterken krijgen rivieren meer ruimte, zoals overstromingsvlaktes die dier- en plantensoorten noodzakelijke leefgebieden bieden. Dit filmpje laat zien hoe dat gebeurt. En waarom dat nodig is.
 
 

Klimaatadaptatie: het Achteroeverconcept in het IJsselmeergebied

2 mei 2023
Door Bernhard Oosting | Vogelbescherming Nederland | Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk De afgelopen winter heeft het in Nederland en omringende landen volop geregend. Goed om de gevolgen van de opeenvolgende droge zomers te kunnen verzachten, zou je denken. Maar veel van dit water is rap via slotenstelsels, beken en rivieren naar onze delta’s gestroomd waar het zoete water zich uiteindelijk met het zoute water van de Noordzee en de Waddenzee mengt. In het IJsselmeergebied liggen echter kansen om het water langer vast te houden via het zogeheten Achteroeverconcept. Een concept dat bijdraagt aan natuurherstel en klimaatadaptatie, en tegelijkertijd kansen biedt voor nieuwe functies. Het IJsselmeergebied Na de afsluiting van de Zuiderzee heeft zich een zoetwatergebied ontwikkeld dat bestaat uit verschillende meren: het Markermeer en het IJmeer, de diverse Randmeren, en het grotere IJsselmeer. Het IJsselmeergebied is heel belangrijk voor de mens. Het zoete water gebruiken we als drinkwater, voor de landbouw en visserij, en om te recreëren. Het gebied kent ook bijzondere natuurwaarden. Deze zijn beschermd en het gebied is aangewezen als een Natura2000-gebied. Door dijken om het IJsselmeergebied heen te leggen voor onze veiligheid, is het IJsselmeer in veel opzichten een grote waterbak geworden, die de verbinding met het achterland, waaronder de polders, voor een groot deel heeft verloren. De begrenzing is letterlijk en figuurlijk hard. Dit heeft gevolgen voor de waterkwaliteit en daarmee voor de ecologische waarden. Gradiënten en dood organisch materiaal Als belangrijkste oorzaak voor de ontoereikende ecologische kwaliteit geldt het ontbreken van zachte en geleidelijke oevergradiënten die ook in verbinding staan met het achterland. Deze zones, met bijbehorende water- en oevervegetaties, zijn van groot belang als paai- en opgroeiplaatsen voor vissen, voor zoöplankton, macrofauna en alle andere soorten die hier weer van afhankelijk zijn. Het ontbreken van deze zones in combinatie met de afwezigheid van een natuurlijk waterpeil maakt dat de natuurlijke instroom van dood organisch materiaal voor een belangrijk deel ontbreekt. Dit heeft gevolgen voor het voedselsysteem en daarmee ook voor de vis- en vogelstand. Vissen kunnen bovendien moeilijk de harde barrières tussen het open water en de achterliggende polders passeren. Klimaatadaptatie Door klimaatverandering krijgen we in toenemende mate te maken met periodes van droogte en periodes met hevige buien. Wij kennen in Nederland een stevig watermanagement en voeren het teveel aan water reuze snel af. Bij grote wateraanvoer uit het achterland en de polders wordt veel zoet water gespuid naar de Waddenzee. Zoet water dat we juist in de drogere perioden goed kunnen gebruiken. Een  oplossing: Achteroevers. Om de gevolgen van klimaatverandering en daarmee het optreden van drogere perioden te kunnen verzachten is het Achteroeverconcept een oplossing om meer water in een gebied vast te houden en het IJsselmeergebied beter te verbinden met het achterland. Achteroeverconcept Het Achteroeverconcept, ontwikkeld door Roel Doef van Rijkswaterstaat, is als eerste pilot in 2012 ontwikkeld in de Koopmanspolder bij Andijk. Hierbij wordt water uit het IJsselmeergebied gebruikt voor de vernatting van de zestien hectare polder achter de dijk. Daarmee kreeg binnendijks gebied in combinatie met een goede herinrichting een natuurlijk peilbeheer. Dit in tegenstelling tot het IJsselmeergebied waar het water juist in de natte winterperiode laag gehouden wordt voor de veiligheid van de dijken en hoger wordt opgezet in de zomer, omdat de zoetwatervraag dan stijgt. Ook is een visvriendelijke verbinding aangelegd met het IJsselmeer. De eerste conclusies zijn dat de waterkwaliteit en het natuurlijke peil aantrekkelijk is voor flora en fauna. Met name voor vissen en vogels. De vispassage blijkt goed te werken waardoor de polder ook een geschikt paai- en opgroeigebied voor vis kan worden. Het project geeft geen grondwaterproblemen in het achterland. [caption id="attachment_4582" align="alignright" width="300"] Koopmanspolder (foto: Joost Wentink)[/caption] Een andere pilot betreft de proeftuin Achteroever Wieringermeer. Deze pilot heeft bruikbare kennis opgeleverd ten behoeve van klimaatbestendig waterbeheer, door anders om te gaan met verzilting en het beter benutten van schaars zoet water. Het telen van gewassen met een hogere zouttolerantie maakt het bijvoorbeeld overbodig om zilt water steeds met zoet water weg te spoelen. Ook is de potentie aangetoond voor de economisch rendabele productie van de Chinese wolhandkrab. Deze pilots hebben laten zien wat de waarde is van een betere waterverbinding van het IJsselmeer met het achterland. Niet alleen voor nieuwe natte natuur, maar ook voor klimaatadaptatie, en met kansen voor recreatie en passende landbouw. Al naar gelang de grootte van een gebied zou daarbij ook een deel benut kunnen worden voor vormen van duurzame energieopwekking. Concept verder uitrollen Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk heeft het Achteroeverconcept verder ontwikkeld en recent ook ingebracht in de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Dit programma van rijkswege biedt de mogelijkheid voor financiering en uitvoering van nieuwe projecten die bijdragen aan versterking van de natuurwaarden van onder meer het IJsselmeergebied als groot water. Door honorering van het ingebrachte projectvoorstel zal in de komende jaren in het IJsselmeergebied een nieuwe pilot van het Achteroeverconcept worden vormgegeven. Waar dat zal plaatsvinden moet nog nader worden bepaald in de preverkenning. De Coalitie heeft het concept al eerder ingebracht als alternatief voor een  plan om op grote schaal zonneatollen aan te leggen in het open IJsselmeer voor de kust van de Wieringermeerpolder. De aanleg van wind- en zonneparken in het IJsselmeergebied zorgt onder meer voor aantasting van het beschermde leefgebied van daar voorkomende vogelsoorten, zoals de beschermde toppereend die hier in grote aantallen voorkomt. Met een alternatieve aanpak volgens het Achteroeverconcept zijn wind- en zonneparken niet nodig in het IJsselmeer en kan bovendien tegelijkertijd gewerkt worden aan ecosysteemherstel door betere verbindingen met het achterland qua water en natuur. Inzet provincies en waterschappen Vanwege de klimaatverandering liggen er de komende jaren dus grote uitdagingen hoe om te gaan met de waterhuishouding van het IJsselmeergebied in relatie tot het achterland en de daarmee in verband staande functies en behoeftes. We kunnen er niet langer omheen dat de natuur daarbij meer leidend zal moeten zijn dan in het verleden het geval was, en dat het zo snel en veel mogelijk afvoeren van water niet altijd het goede devies is. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderkent dit gegeven in haar recente brief aan de Tweede Kamer met als titel ‘Water en Bodem Sturend’. Het langer vasthouden van water door middel van herinrichting van gebieden als natuurlijke klimaatbuffers in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe functies, verdient dan ook een hoge plek op de bestuurs- en uitvoeringsagenda’s van het Rijk, de Provincies en de Waterschappen. Voor het nieuwe bestuur van  de Provincies en de Waterschappen rond het IJsselmeer is het dan ook zaak om in overleg met Rijkswaterstaat Achteroevers aan te wijzen, te reserveren en in te richten als toekomstige natte klimaatbuffers.
 
 

“De coalitie vergroot onze slagkracht”

24 april 2023
Dit is het tweede artikel in een reeks waarin een medewerker van een van onze partners een paar standaardvragen beantwoordt. Martijn de Jong van Natuurmonumenten neemt het stokje over van Jan Schram. Wie ben je, waar werk je en wat doe je daar? Ik heet Martijn de Jong en ik ben medewerker Public Affairs bij Natuurmonumenten. Een dag per week werk ik voor het IJsselmeergebied. Mijn werk is heel divers. Ik schrijf zienswijzen en probeer bij te houden wat er gebeurt in het gebied. Ik heb veel overleg met ambtenaren en medewerkers van provincie, rijk en RWS. En heel soms voeren wij een rechtszaak. Bijvoorbeeld over het Windpark Friesland langs de Afsluitdijk. Die rechtszaak hebben we helaas niet gewonnen, ondanks dat het open landschap beschermd is. Dat is echt heel jammer, ook voor de Waddenzee. Het uitzicht is nu echt niet mooi meer. Ik was laatst op Texel en het windpark is daar zelfs vanaf de noordpunt heel goed te zien. Wat is jullie belangrijkste speerpunt met betrekking tot het IJsselmeer? Hoe geven jullie daar vorm aan binnen en buiten de coalitie? Onze belangrijkste speerpunten zijn – naast de Marker Wadden natuurlijk – herstel van de ecologie en het behoud van het open landschap van het IJsselmeergebied. Wij zijn voor de grote leegte van het blauwe hart, daarom zijn we ook tegen die windmolens op deze locatie. Als je érgens iets in coalitievorm kan doen, dan is het wel in het IJsselmeergebied. Het IJsselmeer is van de rijksoverheid, dus daar moet je anders opereren dan als je terreinbeheerder bent. Daarin schuilt de kracht van deze coalitie. Een voorbeeld hiervan is het IJsselmeer als nationale regenton en drinkwatervoorziening. In 2026 wordt er een nieuw besluit genomen over het waterpeil. Als het waterpeil omhoog moet, lopen de buitendijkse natuurgebieden onder water. Dus we moeten hier nu al bij aanhaken. Hoe bevalt het werken in onze coalitie? Dat bevalt mij wel goed. Ik heb ook in twee andere coalities gewerkt. In deze coalitie willen we heel graag en we vinden het heel belangrijk, maar we hebben ook allemaal weinig tijd beschikbaar. Er zijn niet veel natuurorganisaties actief in het IJsselmeergebied. We kennen elkaar allemaal, maar we hebben stuk voor stuk te weinig tijd om het verschil te kunnen maken. De coalitie vergroot onze slagkracht. Samen kunnen we het werk verdelen en ons hard maken voor de grootste opgaves, zoals de plannen om zandwinning uit te breiden. Als we de coalitie niet hadden zou ik echt niet weten hoe we goed geïnformeerd kunnen blijven over alles wat speelt in het gebied. Als je alleen al kijkt naar alle ambtelijke overleggen, om dat allemaal bij te houden, daar speelt de coalitie en vooral Flos een hele grote rol in. Flos komt overal. We hebben aan haar één aanspreekpunt, een directe ingang. Die trechterfunctie van de coalitie vind ik heel belangrijk. Wat is jouw mooiste ervaring op of rond het IJsselmeer? Het mooiste vind ik toch wel het lopen over de Markermeerdijken en dan vooral bij Schardam. Hier was nog het oude Zuiderzee-gevoel aanwezig. Het is zo jammer dat dat door de dijkversterking niet meer bestaat. Er waren best manieren te vinden om de dijken op een landschappelijk mooie manier veilig te maken. Bij Durgerdam is dit wel gelukt. Dit komt mede doordat Natuurmonumenten hier een natuurgebied heeft en daardoor direct als grondeigenaar aan tafel zit met het waterschap. Foto: Linda Petrovic
 
 

Een duik in de doorgang van de Vismigratierivier!

11 april 2023
In dit filmpje op de website van de Vismigratierivier zie je waar de vissen straks dwars door de Afsluitdijk van de Waddenzee naar het IJsselmeer en weer terug zwemmen. Op de muren van de doorgang staat waar de vissen vandaan komen of naartoe zwemmen. Grote stenen op de bodem regelen de stroming en zorgen voor schuilgelegenheid. Dit zijn misschien wel de laatste beelden waarop de stenen te zien zijn. Het werk in de doorgang is klaar en deze wordt daarom gevuld met water. Nu kan er getest en verder gebouwd worden aan Waddenzee- en IJsselmeerzijde.
 
 

De toppers van het IJsselmeer

27 maart 2023
Door: Frank Haven De topper is een echte wintergast in Nederland. De eerste toppers arriveren hier in oktober. Van november tot en met maart zijn de aantallen het grootst en in april is het leeuwendeel alweer vertrokken. In de rest van het jaar verblijven er hier slechts een handvol. De Noordwestelijke Europese populatie van de topper overwintert voornamelijk langs de kusten van de Oostzee en Noordzee en wordt geschat op 240.000 – 280.000 vogels. In de jaren tachtig en negentig verbleven er in de winter regelmatig 100.000 – 150.000 toppers in Nederland en in sommige jaren zelfs meer 200.000. Het gros daarvan werd geteld op het IJsselmeer. Sindsdien zijn de overwinterende aantallen afgenomen. Sinds de eeuwwisseling ligt het aantal op circa 80.000 – 120.000. Drukte op het IJsselmeer De Nederlandse populatie toppers overwintert op het IJsselmeer en de westelijke Waddenzee. Het overgrote deel daarvan verblijft echter op het IJsselmeer, al is er soms uitwisseling met de Waddenzee. Tijdens strenge winters, als het IJsselmeer is dichtgevroren, wijken alle vogels uit naar de Waddenzee. Op plekken waar vroeger ook veel toppers overwinterden, zoals de Hollandse kust, de Voordelta en het Markermeer, zijn de toppers op enkele tientallen na verdwenen. Op het Markermeer wordt dit veroorzaakt door de afname van de hoeveelheid beschikbare mossels. Dat maakt dat het meer minder voedselrijk is. Van groep naar paartjes De topper is een eend die vooral van zeer open water houdt. Op rivieren en plassen maar ook op de randmeren van Flevoland zul je de soort niet of hooguit een enkeling aantreffen. Overdag rust de topper in zeer grote compacte groepen van soms wel enkele tienduizenden exemplaren groot. Deze groepen worden naarmate de winter vordert kleiner. Dan verspreiden de toppers zich over een veel groter deel van het IJsselmeer. Ze zijn dan beter en vaker te zien vanaf de kant. Vanaf februari beginnen de toppers met baltsen en in maart zitten de meeste eenden al gepaard op het IJsselmeer. Deze paartjes zitten dan van nabij de Afsluitdijk tot aan de Noord-Hollandse IJsselmeerkust en ook langs de Friese zuidkust tot ver richting Noordoostpolder. Favoriet maaltje Toppers foerageren op het IJsselmeer voornamelijk op driehoeksmossel, een zoetwaterschelp die vanouds talrijk was in het IJsselmeer. Behalve driehoeksmossels eten toppers ook de recent gearriveerde quaggamossel, een broertje uit het Zwarte Zeegebied, en andere schelpdieren. Dit doen toppers al duikend, liefst op dieptes van 2 tot 4 meter, al kunnen ze een minuut lang onder water blijven en dieper dan 6 meter duiken. Het IJsselmeer is Europees gezien een toplocatie voor de soort omdat het zo groot is en tegelijk ondiep en relatief voedselrijk. Rust is van extra belang voor de grote aantallen en de vraag is hoe de soort op termijn gaat reageren op de recent gebouwde en in ontwikkeling zijnde windparken op open water. Na vertrek uit het IJsselmeer De Noordwestelijke Europese populatie toppers broedt langs meren op de struiktoendra op IJsland en langs de kusten van de Noord-Russische Barentszzee. Ze arriveren daar rond mei/juni. Het vrouwtje legt na aankomst tussen de 8 – 10 eieren. Het mannetje komt niet in de buurt van het nest. Als de eieren na 25 dagen broeden zijn uitgekomen, zijn de mannelijke toppers al vertrokken. In juli ruien de mannen in open wateren in de Barentszzee, Witte Zee en de Oostzee. Dit doen ze veelal in grote groepen waardoor ze veiliger zijn tegen predatoren. Later in augustus komen daar de niet succesvolle vrouwtjes bij. Vanaf oktober keren de meeste toppers terug naar hun overwintergebieden en dus ook op het IJsselmeer. [caption id="attachment_4557" align="alignright" width="300"] Foto: Jelle de Jong[/caption] De topper herkennen De topper (Aythya marila) is een duikeend die makkelijk te verwarren is met de kuifeend (Aythya fuligula). De topper man is een forse eend. Hij is 30% zwaarder dan de kuifeend en 5% zwaarder dan de tafeleend. Het vrouwtje is 35% zwaarder dan de kuifeend en 5% zwaarder dan de tafeleend. Het mannetje heeft een typerende gemarmerde rug, witte flanken en een groen glanzende kop met een felgeel oog. Mannetjes kuifeenden hebben een zwarte gesloten rug met witte flanken en zoals de naam al doet vermoeden een opvallende kuif. Zij zijn ook een stuk kleiner. Het mannetje topper is ook beduidend forser dan het vrouwtje topper. Het verschil in grootte tussen de geslachten bij kuifeenden is kleiner. De vrouwtjes zijn moeilijker uit elkaar te houden. Het vrouwtje topper heeft een grotere kop, een lichtere, fijn gevlekte rug en een brede witte band op het voorhoofd. Het vrouwtje kuifeend heeft een slankere kop, een donkere ongetekende rug en geen of hooguit een smalle witte band op het voorhoofd. Toppers zijn uitgerust met forsere snavels dan kuifeenden. Die forse snavel is geschikt om grotere schelpdieren van de bodem mee omhoog te nemen. Foto links: Mennobart van Eerden Deel van een groep van duizenden toppers in de luwte van eiland De Kreupel tijdens harde wind. Op de achtergrond de kust met de kerktoren van Andijk.
 
 

“Je kunt goede dingen bedenken, maar als het gesprek erover niet lukt, heb je nóg niets”

21 maart 2023
In 2015 werd de Stichting Transitie IJsselmeer (STIJ) opgericht. Die periode werd gekenmerkt door de nasleep van het mislukken van het Masterplan Toekomst IJsselmeer (een advies en een uitvoeringsagenda om de visstand, visserij en natuur in balans te brengen) en de ingrijpende beperkingen van de beroepsvissers. Er is intensief samengewerkt met verschillende partijen. Van belanghebbende en deskundige vissers, wetenschappers en adviseurs tot en met medewerkers en bestuurders van de provincies Flevoland, Friesland en Noord-Holland, de ministeries van LNV en I&W, Rijkswaterstaat, Vogelbescherming Nederland, Sportvisserij Nederland en de PO IJsselmeer, die de vissers vertegenwoordigt. Tijdens de beginperiode van de stichting was de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk ook nauw betrokken. Tussen de partijen was veel wantrouwen. Dit resulteerde in slecht of geen overleg en permanente dreiging met rechtszaken en politieke interventies. Er was grote behoefte aan een onafhankelijke partij om tussen de partijen te bemiddelen, het vertrouwen tussen de partijen te vergroten, te werken aan inhoudelijk goede voorstellen en de negatieve spiraal te doorbreken. De stichting heeft zich hier van 2015 tot de opheffing op 25 februari 2023 voor ingezet. Secretaris directeur Nico Beun is vanaf 2016 werkzaam geweest voor de STIJ. Tegelijk met de opheffing van de stichting start zijn pensioen. In dit interview vertelt Nico over zijn jaren bij de STIJ. Hoe lang en in welke rol heb je gewerkt voor de STIJ? Ik ben vanaf 2016 als directeur secretaris betrokken geweest bij de stichting. Omdat de eerste directeur secretaris ziek werd, ging men op zoek naar een vervanger. Ik heb een achtergrond in het werken aan hardnekkige maatschappelijke vraagstukken en de thema’s vernieuwing en verandering. Ze hebben mij gevraagd voor de functie van directeur secretaris en ik ben er full time mee aan de slag gegaan. Met het bestuur als sparringpartner ben ik alle werkzaamheden gaan uitvoeren. Ik gaf leiding aan het hele proces en aan de opdrachten om onderzoeken te doen en projectvoorstellen te schrijven. De stichting had verder geen personeel in dienst, maar (gelukkig) wel beperkt de beschikking over geld om deze opdrachten te laten uitvoeren. In de eerste periode heb ik veel gesprekken gevoerd met vissers. Aansluitend lag de focus op het om tafel krijgen van alle betrokkenen en constructief het gesprek aan te gaan. Hebben jullie je doelen bereikt? Ja, dat is gelukt. Dat krijgen we ook terug van de partijen. We hebben sterk ingezet op het overbruggen van verschillen in taalgebruik en beeld van de werkelijkheid van partijen. Alle partijen spraken hun ‘eigen taal’ en hadden een ‘eigen werkelijkheid’. We hebben toegewerkt naar ‘gedeelde werkelijkheden’. Vervolgens kon het gesprek weer op gang worden gebracht en hebben we gezamenlijk het enorme wantrouwen dat er was, dat leidde tot rechtszaken en interventies in de Tweede Kamer, kunnen kenteren. We zijn ook tevreden over de inhoud. Met vallen en opstaan hebben we een mooie basis kunnen leggen. Er is gewerkt aan een inhoudelijk voorstel voor verstandig vissen op het IJsselmeer en Markermeer met toekomst voor beroepsvissers. Dit voorstel is in het project Verstandig Vissen gegoten en wordt momenteel uitgevoerd. Tot het einde van de zomer ben ik als voorzitter betrokken bij de afronding van het project. We hebben de muur die stond tussen het Ministerie van LNV en de andere partijen enigszins kunnen afbreken. De pijlen waren vooral gericht op LNV en de visserijwet, die het de vissers mogelijk moet maken te kunnen vissen. Inmiddels is er gesprek mogelijk, maar een zeer luisterend oor van LNV blijft noodzakelijk. Het gezamenlijk belang van vissers en natuurorganisaties wordt onderkend. Beide zijn gebaat bij een goede visstand en een goed ecosysteem. Als belangen op dezelfde leest geschoeid zijn, kan je constructief met elkaar in gesprek. Het probleem ontstaat als je met elkaar gaat concurreren. Welke hordes hebben jullie daarvoor moeten nemen? De grootste horde was het enorme wantrouwen. De partijen zaten in schuttersputjes. Om ze daar uit te krijgen, waren gesprekken en vertrouwen onontbeerlijk. We hebben heel veel geïnvesteerd in gesprekken om te bouwen aan vertrouwen. Veel van de gesprekken met de vissers vonden plaats aan de keukentafel. Zij hebben eigenlijk al sinds 1932, de aanleg van de Afsluitdijk, een getroebleerde verhouding met de overheid. In eerste instantie werden zij aan hun lot overgelaten en in de laatste decennia hebben ze te maken gehad met een overheid die regels stelt en in hun beleving hun broodwinning belemmert. Tel daarbij op dat de overheid de (complexe) regelgeving baseerde op wantrouwen ten aanzien van de vissers en de negatieve spiraal is een feit. Door 1 op 1 met de vissers in gesprek te gaan, kregen we andere verhalen dan uit vergaderingen. Je schuift aan bij de echte wereld en krijgt antwoord op vragen als, wat wil je, hoe zie je de toekomst, waar heb je last van. Hetzelfde hebben we gedaan met de overheden. Vervolgens hebben we ons gezamenlijk afgevraagd of er voldoende ruimte was voor vertrouwen in elkaars positie en of we samen konden komen tot inhoudelijke voorstellen voor duurzame visserij die passen binnen de belangen van alle partijen. Hoe zie je de toekomst van het IJsselmeer nu de STIJ is opgehouden te bestaan? De STIJ was een tijdelijke partij – dat was altijd al de intentie – die tussen de partijen zou bemiddelen, het vertrouwen tussen de partijen moest verbeteren en inhoudelijk met goede voorstellen moest komen. Tussen 2015 en nu is een paar keer overwogen de stichting op te heffen, maar dat bleek pas in 2022 realistisch en met vertrouwen in de toekomst te kunnen. Ik zie de toekomst positief als de partijen de ingezette lijn weten vast te houden en constructief met elkaar blijven overleggen. Er moeten tegen de zomer cruciale beslissingen worden genomen over vangstregistratie en de procedures rond het jaarlijks overleg over visplannen. Zolang het open gesprek en de zorgvuldige communicatie overeind blijven, kan dat prima zonder de STIJ. En als dat gebeurt, kan er worden voorkomen dat het dossier weer in de oude situatie belandt waar de bestuursrechter het beleid gaat bepalen. Ga je een vinger aan de pols houden? Ja zeker, om te beginnen ben ik, zoals ik al eerder vertelde, tot het einde van de zomer als voorzitter betrokken bij de afronding van het project Verstandig Vissen. Wat kunnen wij (CBHN) in de toekomst slimmer doen? Ik denk dat ngo’s ernaar moeten streven in een heel vroeg stadium betrokken te zijn bij beleidsprocessen en de focus moeten leggen op wat zij wél willen. Door vroege betrokkenheid is dat beter mogelijk, het voorkomt dat je in een later stadium alleen maar tégen beslissingen kunt zijn en sneller naar rechtszaken of interventies moet grijpen. Hoe kan je de overheid met één mond laten praten, als visserij-, natuur- en waterbeheerder? Richt je als ngo op het bevragen van overheden op beleid dat niet op elkaar afgestemd is of zelfs tegenstrijdig. Spreek ze aan op het algemeen maatschappelijk belang. Bij voorkeur doe je dit in het voortraject van het maken van beleid. Dat betekent dat je vroeg moet worden betrokken en serieus moet worden genomen. Dat kan door open aan tafel te zitten, interesse te tonen in hun wereld en werkelijkheid, en constructieve voorstellen te doen. Mijn uitgangspunt is altijd het open gesprek. Zorgvuldige communicatie heeft altijd de prioriteit. Als ngo heb je altijd nog de gang naar de rechter als stok achter de deur. Maar die gang kent eigenlijk alleen maar verliezers en doet afbreuk aan vertrouwen. Het is toch ook gek dat een rechter besluit welk beleid belangrijk is en wie het moet aanpassen? Waar kijk je met trots op terug? Ik kijk met trots terug op al die momenten waarop het gelukt is om alle partijen aan tafel te krijgen. Als dat lukt en je kunt over inhoudelijk belangrijke dingen spreken. In de loop van de tijd zag ik het respect voor elkaar toenemen en na zo’n gesprek kon ik met een trots gevoel naar huis rijden. Ik zag partijen steeds beter met elkaar praten, ondanks de eigen werelden. En ik was trots als er een goed gesprek ontstond met constructieve discussies, en mensen met een goed gevoel vertrokken. Je kunt immers inhoudelijk goede dingen bedenken, maar als het gesprek erover niet lukt, heb je nóg niets. Wat ga je nu doen? Tot en met de zomer blijf ik betrokken bij het project Verstandig Vissen. Daar heb ik m’n handen nog vol aan. Daarna ga ik genieten van mijn pensioen. Dat betekent in eerste instantie tijd besteden aan leuke dingen, zoals op mijn kleindochter passen, kamperen, wandelen, meer lezen en klussen. Daarnaast wil ik als vrijwilliger maatschappelijk actief blijven, me – zonder tijdsdruk – blijven inzetten voor dingen waar ik plezier aan kan beleven en mijn kennis en ervaring inbrengen. De rode draad hierin blijft mijn interesse voor hardnekkige maatschappelijke vraagstukken. Maar dat ga ik na een eerste rustige periode wel op me af laten komen. Ik leef niet naar mijn pensioen toe, maar wil het wel rustiger aan gaan doen, dat hoort ook bij deze levensfase. Eerst gaan we een mooie zomer tegemoet. Foto: René Mathon
 
 

“Niet alles kan meer zoals we dat vroeger deden”

9 maart 2023
Op woensdag 1 maart jl. vond in Batavialand, Lelystad, de masterclass ‘De IJsselmeerdelta, bedreiging of kans bij klimaatverandering’ plaats. De masterclass werd georganiseerd door Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk met financiële ondersteuning van het Fonds Verbraaken (Natuur- en Milieufederatie Flevoland). Ruim 30 mensen, bestuurders, experts, politici en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven werden geïnspireerd - en zeker ook gewaarschuwd - door de presentatie van Gualbert Oude Essink en bogen zich in groepen over prikkelende stellingen waarin het water van het IJsselmeer centraal stond: besluitvorming, biodiversiteit, duurzaam gebruik, watermanagement, waterberging en -kwaliteit passeerden de revue. Na een warm welkom door Sjakel van Wesemael, Directeur Natuur bij PWN (één van de partners van de Coalitie), was het woord aan Gualbert Oude Essink, senior geohydroloog bij Deltares. Met een boeiende presentatie ging hij in op de effecten van de zeespiegelstijging op de zoetwaterbeschikbaarheid in de regio. “Slechts 3 procent van al het water op onze blauwe planeet is zoet water. In Nederland is dit zoete water inmiddels sterk vervuild met chemische stoffen. Ook zal het zoete water steeds zouter worden door klimaatverandering”, was zijn binnenkomer. Daarmee had hij de volledige aandacht. Aansluitend ging hij in op de gevolgen van de zeespiegelstijging voor het IJsselmeergebied en de omliggende regio’s, op bodemdaling en verminderde waterbeschikbaarheid terwijl de watervraag stijgt. Om vervolgens het duidelijke signaal af te geven dat onze dijken op de langere termijn niet meer verhoogd en verbreed kunnen worden om ons land te beschermen tegen het water. “De maakbaarheid van ons land is voorbij. De tijd is gekomen dat we andere keuzes moeten maken.” Hoe maakbaar blijft Nederland? Met de uitspraken van Gualbert in het achterhoofd gingen de aanwezigen vervolgens in vier groepen uiteen. Binnen elke groep werd enthousiast, en met ruimte en respect voor elkaar, van gedachten gewisseld over de verschillende stellingen om vervolgens de conclusies plenair te delen. De opbrengst van een half uur intensief overleg was indrukwekkend. Twee conclusies sprongen eruit. Om te beginnen: de maakbaarheid van Nederland lijkt nu echt voorbij. We kunnen niet meer alles doen zoals we dat voorheen deden. Omdat het aanbod van zoet water sterk gaat wisselen, moeten we opnieuw kijken of het huidige landgebruik nog passend is, en onze watervraag in de toekomst beter gaan afstemmen. Samenwerking over de provincie- en organisatiegrenzen heen is nodig. Dit is de tweede belangrijke conclusie. Voorgesteld werd om het nieuwe rijksbeleid ‘Water en Bodem sturend’, goed uit te werken in samenwerkingstafels waarin diverse handelingsperspectieven aan bod komen en besproken worden. Nu worden de oplossingen vaak als problematisch ervaren en ontbreekt het draagvlak, zodat de besluitvorming wordt vertraagd. De urgentie van de problemen is vaak niet bij iedereen duidelijk. Als je de urgentie goed voor het voetlicht brengt, voorkom je dat de oplossing als een probleem wordt ervaren. Wachten kan niet meer Met de organisatie van de masterclass wil de Coalitie dat meer politici en beleidsmakers de urgentie voelen om nu bij besluiten en plannen te anticiperen op de klimaatveranderingen en de impact die dit heeft op ons watergebruik. Langer wachten levert exponentieel minder tijd om te reageren. Investeringen zijn nu misschien wat hoger, maar “Elke stap die je nu zet, betaalt zich later dubbel uit,” aldus Leo Bruinzeel van Vogelbescherming Nederland.
 
 

Masterclass “De IJsselmeerdelta, bedreiging of kans bij klimaatverandering”

23 februari 2023
Op woensdag 1 maart a.s. van 15.30 tot 18.00 uur organiseert Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk in Batavialand, Lelystad, een masterclass met als thema "De IJsselmeerdelta, bedreiging of kans bij klimaatverandering?". Zeespiegelstijging, verdroging, afnemende biodiversiteit, landbouw- en woningbouwcrises, allemaal bedreigingen voor ons huidig welvaarts- en welzijnsniveau. Wat betekenen deze bedreigingen voor het IJsselmeergebied en specifiek voor Flevoland? Welke rol kan de IJsselmeerdelta spelen bij het vinden van goede oplossingen? Hoe reguleren we de waterveiligheid en waterbeschikbaarheid het best? Welke rol en taak kunnen en willen provincie en waterschappen pakken en hoe betrekken zij hun burgers? Het wordt een inspirerende bijeenkomst voor (aankomende) volksvertegenwoordigers en bestuurders van provincie en waterschappen en voor bewoners en ondernemers, over de rol van de IJsselmeerdelta bij de klimaatverandering. Het IJsselmeergebied als het Blauwe Hart van Nederland! Interesse? Klik hier voor de uitnodiging.
 
 

“Samen moeten we de natuur rondom het IJsselmeer veiligstellen”

17 januari 2023
Dit is het eerste artikel in een reeks waarin een medewerker van een van onze partners een paar standaardvragen beantwoordt. Jan Schram van It Fryske Gea trapt af. Wie ben je, waar werk je en wat doe je daar? Ik heet Jan Schram en ik ben opzichter van district West bij It Fryske Gea. Als opzichter ben ik verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van de keuzes die op beleidsgebied worden gemaakt. Je kunt daarbij denken aan praktische begeleiding bij inrichtingsplannen in een van onze natuurgebieden. Het is een hele brede functie, waarin ik veel contact heb met aannemers en loonbedrijven. Wij hebben binnen It Fryske Gea de provincie opgedeeld in vier districten. Mijn district, West, loopt van de Afsluitdijk tot Lemmer en dan binnen de snelweg Bolsward – Sneek – Lemmer. Dan praat je over 6.500 ha gebied dat wij beheren. Dat is inclusief de Natura2000-gebieden, en dat is zo’n 2.500 ha water. Hieronder vallen bijvoorbeeld de buitendijkse gebieden bij Makkum, de Noardwaard, Workumerwaard en de Steile Bank. Onze kant van het IJsselmeer vind ik op het gebied van “echte” natuur de belangrijkste. Wij krijgen veel zand door de veelal westenwind, en zo vormen zich de natuurlijke ondieptes, daarnaast bevinden zich langs de hele Friese kust robuuste moerassen, die plek bieden aan vele soorten flora en fauna. Wat is jullie belangrijkste speerpunt met betrekking tot het IJsselmeer? Hoe geven jullie daar vorm aan binnen en buiten de coalitie? Ons belangrijkste speerpunt is het versterken van de natuurwaarden. Het IJsselmeer staat onder druk. Ook als waterwingebied. Door de peilverhoging zien wij dat wij onze natuurgebieden in de toekomst anders moeten gaan inrichten. Met het geld dat er beschikbaar komt, bijvoorbeeld uit de PAGW, moeten we de natuur veiligstellen, en versterken en uitbreiden waar dat mogelijk is. Er liggen nu al gebieden onder water. Wij hebben ideeën genoeg en zijn er constant mee bezig. We willen graag pilots draaien om op kleine schaal te kijken hoe dingen werken om het daarna in het groot te vertalen, maar dat kost ook weer een paar ton. Ik denk dat mijn collega’s Chris Bakker en Germ van der Burg een belangrijke rol spelen in de coalitie en daar buiten. Door in gesprek te blijven met andere partijen in het gebied, denk aan RWS, kunnen we gezamenlijk veel bereiken. Hoe bevalt het werken in onze coalitie? Ik vind werken met de coalitiepartners prachtig. Het is een verlengstuk van mijn eigen werk. Ik denk dat we door als partners bij elkaar te zitten, doelen kunnen behalen. Samen vormen we het totaalplaatje. Wij beheren dingen en dat zien we in het groot terug. Zo groeit de kievitsbloem bij ons in de Bocht fan Molkwar, dat is een prachtige soort die nergens anders bij ons voorkomt. De groeiplaats is dan ook op een voormalig schelpenbankje van de Zuiderzee (kalkrijke omstandigheden). Door ons beheer ter plaatse is deze de laatste 20 jaar behoorlijk toegenomen. Het is een kleinschalig voorbeeld maar het helpt allemaal mee aan het mooie gebied van het IJsselmeer. Wat is jouw mooiste ervaring op of rond het IJsselmeer? Op de buitenste zandplaat van de Steile Bank liggen wel eens zeehonden. Het is alweer jaren geleden, maar ik voer daar een keer met de rubberboot en zag er eentje liggen. Op het moment dat ik stop, gaat hij het water in. Meestal duiken ze en zie je ze niet meer, maar dit was er eentje van Lenie, zeggen we dan gekscherend, want hij kwam gewoon bij me. Hij was bijna handtam. Dat is ook eigenlijk wel mijn favoriete gebied, de Steile Bank, het is een enorm object van 1.800 ha. Ik heb daar al zoveel gezien, jagende zeearenden (soms wel vijf exemplaren) en flamingo’s, daarnaast biedt het plaats aan duizenden rustende ganzen, en veel steltlopers. Het gebied wordt door windwerking gevormd, soms zijn er ineens zandplaten, die luwte bieden aan het gehele achterliggende gebied. Door een storm, of bijvoorbeeld zuidenwind, verandert plots zo’n heel gebied weer. Door de gemiddelde waterdiepte van het gebied van de Steile Bank van ongeveer 70 cm is het een supergebied voor vissen, en dan zowel als paai- en opgroeigebied. Daardoor heeft het ook weer grote aantrekkingskracht op vogels. Ook komen er bijzondere waterplanten voor. Wij willen hier dus geen zandwinning! Op de foto: Jan met een jonge visdief
 
 

Kamerbrief ‘Water en bodem sturend’ stap in de goede richting

30 november 2022
Op 25 november jl. heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers, een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over het water- en bodembeleid in Nederland. In deze brief gaat de minister in op het nieuwe beleid waarin water en bodem een sturende rol spelen. Hij verwacht een regionale uitwerking van dit beleid. Deze uitwerking zal ook in het IJsselmeergebied gebeuren, want de minister heeft voor dit gebied een paar piketpalen geslagen. Het IJsselmeergebied is aangewezen als de regenton van Nederland en speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding, ook als ecologisch watersysteem. De natuurorganisaties rond het Blauwe Hart zijn blij met de erkenning van de minister dat het IJsselmeergebied ook in ecologisch opzicht belangrijk is. De waterkwaliteit is daar onlosmakelijk mee verbonden. Hieronder een paar onderwerpen uit de brief. Flexibiliteit waterpeil Er komt meer flexibiliteit in het waterpeil. De bandbreedte zoals die is vastgesteld in het nieuwe peilbesluit wordt flexibeler ingezet. In de zomer mag het waterpeil 50 centimeter fluctueren. Dat is op dit moment nog 20 centimeter. Op deze manier kan het water worden ingezet als het langer droog blijft in Nederland. In de winter mag het water meestijgen met de zeespiegel, tot 30 centimeter hoger. Impact op vogels Ook wordt er gesproken over de impact van het nieuwe beleid op vogels. Voor vogels zijn er extra beschutte plekken nodig bij sterkere veranderingen in het waterpeil. Verzilting Een belangrijk punt is de verzilting. Volgens de brief kan deze niet overal worden tegengehouden. Er is dan sprake van het principe ‘Functie volgt water’. Er wordt meer gedacht aan adaptieve maatregelen door het slimmer doorspoelen op plekken waar het echt nodig is. Ook is het zuiniger omgaan met water een belangrijk onderwerp in de brief. Natuurlijke achteroevers In de brief wordt gesproken over het zoeken naar ruimte voor natuurlijke achteroevers: “Hiermee zorgen we voor robuuste watersystemen.” Wij zijn uitermate blij met dit besef, want de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk heeft een achteroeverconcept ontwikkeld, waar natte natuur gecombineerd wordt met andere functies. Meer lezen? Kamerbrief van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat van 23 november 2022 Artikel NRC Handelsblad van 27 november 2022
 
 

Rust en rifkorven in Windplanblauw

20 oktober 2022
In de noordwesthoek van Flevoland, in de gemeenten Dronten en Lelystad, wordt gewerkt aan Windplanblauw. Een deel hiervan bevindt zich in het IJsselmeer. Hier worden 28 oude windturbines vervangen door 24 hogere en krachtigere windturbines. De oude windturbines zijn inmiddels afgebroken en er wordt gewerkt aan 24 nieuwe fundaties. Uit onderzoek blijkt dat de komst van Windplanblauw, met windturbines in het IJsselmeer, het leefgebied van (met name) de fuut enigszins verstoort. Daarom worden er compenserende maatregelen getroffen om deze verstoring te beperken. De fuut krijgt een eigen (duidelijk gemarkeerd) rust- en ruigebied van circa 252 hectare, waar uiteraard ook andere vogels gebruik van kunnen maken. Dit gebied zal jaarlijks van 1 augustus tot 31 maart worden afgesloten voor de recreatie- en beroepsscheepvaart. Een klein aantal vissers heeft compensatie en mag wel vissen in dit afgesloten gebied. Als extra compenserende maatregel zijn er in het gebied 200 rifkorven (of -ballen) geplaatst (acht secties van 25 rifkorven). Die trekken mosselen en vis aan, waardoor er meer voedsel is voor de fuut en andere bezoekers van het gebied. Wat zijn rifballen of -korven? Een rifbal is een betonnen korf in de vorm van een bijenkorf en is één tot anderhalve meter hoog en breed. Een rifbal weegt circa 800 kg en is voorzien van gaten waardoor vissen de korf in en uit kunnen zwemmen. De bovenkant is gesloten en de diameter van de gaten is specifiek afgestemd op de grootte van bepaalde watervogels, waardoor de rifbal een veilige haven biedt tegen predatie door bijvoorbeeld aalscholvers. De robuustheid is afgestemd op de onstuimige weersomstandigheden die in het IJsselmeergebied kunnen voorkomen. Experiment en resultaat Tijdens een veldexperiment in 2012 in het Markermeer zijn 76 korven over een oppervlakte van ruim 1.200 vierkante meter geplaatst. Gedurende drie jaar is de ontwikkeling van het onderwaterleven op het rif uitgebreid gevolgd. Al snel na de plaatsing van de rifkorven werden deze gekoloniseerd door broed van Dreissena mosselen. Binnen twee jaar was er een dikke laag mosselen aanwezig op de buiten- en binnenkant van de rifkorven. Tussen de mosselen kropen ongewervelde diertjes rond, zoals vlokreeftjes. Onderzoek met onderwatercamera’s toonde aan dat vissen veelvuldig gebruikmaken van de rifkorven om te schuilen en te foerageren. Jonge vis gebruikt het rif waarschijnlijk als schuilplaats en opgroeigebied. Op camerabeelden is te zien dat vissen foerageren op de waterorganismen op het oppervlak van de rifkorven. De rifkorven ontwikkelden zich binnen enkele jaren tot kleine ecosysteempjes. Tijdens een schietfuikbemonstering in het najaar van 2014 werden in totaal zes vissoorten gevangen bij het rif, waaronder veel pos maar ook spiering. Bij het rif werd bovendien twee keer zoveel vis aangetroffen als in een nabij gelegen referentiegebied met een kale zandbodem. Lees meer over dit experiment in Visionair nr. 43 van maart 2017. Monitoring van het nieuwe rif in Windplanblauw Het veldexperiment werd uitgevoerd in het Markermeer. De vraag is of dit representatief is voor andere plekken in het IJsselmeer. Niels Brevé van Sportvisserij Nederland en Wageningen University & Research: “Naar mijn idee is het experiment representatief voor zoet water. Monitoring zal meer duidelijkheid geven over de ontwikkeling van het nieuwe rif en de snelheid daarvan. Op dit moment zijn er plannen om de monitoring door middel van beelden (duiken) uit te voeren. Maar Windplanblauw staat open voor andere vormen van monitoring. Ons voorstel is om een sensing box te plaatsen bij het nieuwe rif bij  Windplanblauw. Dit geeft een beeld van de ontwikkeling van biodiversiteit in alle facetten, van micro tot macro. Wij hebben al een sensing box staan in zout water, bij de rifballen op de Maasvlakte/Noordzee. Wij zien hier aangroei van mossels, waterpokken en Japanse oesters. En we zien dat zeevissen zoals driedradige meun, maar ook aal de locatie gebruiken als schuilplaats. Door een sensing box bij Windplanblauw te plaatsen kunnen we een vergelijking maken tussen de ontwikkeling van een rif in zoet en zout water. In beide gevallen verwachten we een zeer positieve ‘bevolking’ van deze kunstmatige rifstructuren. Zodra er meer bekend is over de monitoring bij Windplanblauw kom ik er graag op terug.” Tot slot Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk heeft voorgesteld om naast de rifballen ook te werken met dood hout op de bodem. Dat lijkt voor vissen een ideale leefplek te zijn, maar we hebben hier op wat grotere schaal nog geen ervaring mee opgedaan. Windplanblauw is in gesprek met het Waterschap Zuiderzeeland om samen het futenrustgebied en de vooroever beter in te richten om daarmee de biodiversiteit maximaal te stimuleren. Mogelijk kan dood hout daar ook een onderdeel van vormen.
 
 

Water Challenges 2022: de winnaars zijn bekend!

30 september 2022
Vanaf mei 2022 zijn tien teams aan de slag gegaan met hun Water Challenge over het IJsselmeergebied. De onderwerpen waren zeer divers. Van waterkwaliteit en -kwantiteit tot recreatie en duurzame visserij. Naast de kick-off en een inspiratiedag kwamen de groepen in een stroomversnelling tijdens een driedaagse zeiltocht op het IJsselmeer. Alle groepen werkten in de zomer aan de oplossing voor hun challenge. Begin september leverden zij hun resultaten in. De vakjury, bestaande uit Luzette Kroon, Louis Schouwstra, Dolf Kern, Fleur van Gool en Ap Verheggen, beoordeelde de video’s en koos de winnaar van Water Challenges 2022 – IJsselmeergebied. Die keuze was lastig, want alle inzendingen waren van hoge kwaliteit. Bekijk de inzendingen op het YouTube-kanaal van Water Challenges. Op Prinsjesdag, 20 september, werden twee (!) winnaars bekendgemaakt: - ‘Denken en Doen over de Dijken heen‘ van Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk onder leiding van Vogelbescherming Nederland met in het team: Melissa de Raaij, Feline van Bakel, Bart ter Mull en Jeroen Kooijman. - ‘De toekomst van het IJsselmeergebied‘ van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met in het team: Anne Groot Kormelink, Anne Pronk, David Koenders, Joris Wessels en Miranda Jonker. In het nieuwe kalenderjaar start de zoektocht naar nieuwe vraagstukken voor de Water Challenges. Een idee voor een vraagstuk aandragen of zelf deelnemen aan Water Challenges 2023? Stuur dan een mail naar info@waterchallenges.nl.
 
 

Deltaprogramma 2023: versnellen, verbinden, verbouwen

28 september 2022
“Maak meer vaart met voorbereiding op klimaatverandering” Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen moeten de komende jaren meer tempo maken met de uitvoering van de maatregelen uit het Nationaal Deltaprogramma zodat Nederland in 2050 en daarna beschermd is tegen hoogwater, weersextremen en zoetwatertekorten. Het klimaat verandert, de tijd om ons voor te bereiden wordt korter en de opgaven worden groter. Daarnaast moeten overheden meer maatregelen nemen om de schade te beperken als het vanwege extreem nat of droog weer onverhoopt een keer misgaat. Dat is de boodschap van deltacommissaris Peter Glas bij het Deltaprogramma 2023 dat op Prinsjesdag door minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat is aangeboden aan de Tweede Kamer. Deltacommissaris Peter Glas: “Vorige zomer werden Limburg en delen van Duitsland en België getroffen door extreme buien en overstromingen. Afgelopen zomer waren het de droogte en hitte die ons land en een groot deel van Europa parten speelden. Het klimaat verandert, en het gaat sneller dan we eerder hadden voorzien. De noodzaak om ons aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering wordt steeds groter.” Meer zien en lezen? - Video met de oproep van Peter Glas - Persbericht van deltacommissaris Peter Glas - Deltaprogramma 2023 op hoofdlijnen - Deltaprogramma 2023 integraal - Kabinetsreactie op het Deltaprogramma 2023 - Website van het Nationaal Deltaprogramma Foto: Tineke Dijkstra
 
 

Geen partyboten en muziekfestivals op IJmeer en Markermeer

21 september 2022
De bewoners van het Markermeergebied zijn klaar met de partyboten en muziekfestivals in het Natura 2000-gebied IJmeer en Markermeer. Het slecht georganiseerde Fleet Festival eind augustus was de spreekwoordelijke druppel. Mede naar aanleiding van dit festival hebben de bewoners een dringende oproep gestuurd naar de betrokken leden van de Provincie en Gemeentelijke colleges en Rijkswaterstaat. Wij, als samenwerkende natuurorganisaties, staan achter deze oproep en vinden dat het houden van een feest met luide muziek en het organiseren van een evenement of festival niet past in natuurgebieden zoals het IJmeer/Markermeer. Het geeft lawaai, verstoring voor vogels en vervuiling. De ecologische waarde ‘rust’ lijdt zwaar onder deze activiteiten. Bovendien staat het gebied al langer onder grote druk. De wettelijk afgesproken natuurdoelen worden niet gehaald en de huidige recreatieactiviteiten vormen al een belangrijke verstoringsbron. Wij zijn bang dat een festival zoals dat van eind augustus, de deur open zal zetten voor andere grootschalige evenementen die niet thuishoren in een gebied voor vogels. Het toestaan van evenementen en partyboten in dit soort kwetsbare natuurgebieden staat in schril contrast met de inspanningen voor natuurherstel en verbetering van de leefomgeving. De overheid investeert onder meer veel geld in het realiseren van een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem (TBES) in het Markermeer en IJmeer. De belangenorganisaties vanuit natuur, waterrecreatie, sportvisserij en beroepschartervaart hebben bovendien in 2020 een gezamenlijke gedragscode voor het IJsselmeergebied onderschreven. Daarin is het uitgangspunt van natuurbewust varen en het voorkomen van lawaai en teveel licht opgenomen. Wij vinden dat er een strikter beleid moet komen over wat toelaatbaar is en meer toepassing gegeven moet worden aan het voorzorgsbeginsel. Stilte en donkerte dienen te worden beschermd. Niet alleen als het gaat om het voorkomen van de verstoring van de natuur. Maar ook als we kijken naar het belang van iedereen die baat heeft bij stilte en rust in het unieke IJsselmeergebied.
 
 

Nieuw: podcastserie ONGEZOUTEN

7 september 2022
Zaterdag 10 september lanceert ONGEZOUTEN de ONGEZOUTEN podcast op Spotify en op de ONGEZOUTEN-website. In tien gesprekken met archeologen, ecologen, historici en kunstenaars nemen Harm Edens en Lars Boon je mee in de geschiedenis van de Zuiderzee, de intrigerende onderwaterwereld en de toekomst van het IJsselmeergebied. ONGEZOUTEN vraagt aandacht voor de bijzondere kwaliteiten van het IJsselmeergebied en de ingrijpende transities die op het gebied afkomen. Benieuwd naar wat ONGEZOUTEN nog meer doet? Volg de organisatie via Instagram, Facebook en/of LinkedIn en blijf op de hoogte.
 
 

Rondje Pampus zwemt voor de vogelringhutten aan de Friese IJsselmeerkust

27 juli 2022
Op zaterdag 30 juli gingen 300 deelnemers aan het zwemevenement Rondje Pampus te water voor hun rondje(s) om Fordeiland Pampus én een goed natuurdoel. Dit jaar zwommen zij voor het opknappen van de vogelringhutten aan de Friese IJsselmeerkust. Een groot deel van de miljoenen trekvogels die langs de kusten van Nederland vliegen, passeert de Friese IJsselmeerkust. Op deze belangrijke trekroute bevinden zich twee vogelringhutten. Deze hutten zijn dringend toe aan onderhoud. Met de donatie van de zwemmers kan natuurbeschermingsorganisatie It Fryske Gea de hut op de Makkumersúdwaard grondig opknappen en het vlonderpad naar de hut op de Mokkebank vernieuwen. Ringen en registreren levert kennis op In de vogelringhutten krijgen trekvogels een ring, die geregistreerd en uitgelezen wordt. Met deze informatie kunnen aantallen en soorten vogels worden vastgesteld en kunnen vliegroutes beter in kaart worden gebracht. Deze kennis draagt bij aan de bescherming van trekvogels en is input voor wetenschappelijk onderzoek en beleid waarmee o.a. klimaatontwikkelingen worden geduid. Wie mag ringen? Het werk van de ‘ringers’ op de vogelringstations is belangrijk en luistert nauw. Het welzijn van de vogels staat altijd voorop. Om ringer te worden moet je leren hoe je een vogel snel en vakkundig van een ring voorziet en hoe je een vogel op de juiste manier registreert (naam, leeftijd, geslacht). Deze opleiding volg je bij een gemachtigde ringer. Als je de opleiding goed doorloopt, krijg je ook een ringmachtiging. Alles wat er bij het vangen, het ringen en het registreren van vogels komt kijken, van opleiding en machtiging tot en met het gebruik van de juiste materialen, staat onder toezicht van Vogeltrekstation. Vogeltrekstation regelt de dagelijkse gang van zaken rond het vangen en ringen van vogels voor wetenschappelijk onderzoek, beleid en bescherming en stelt hiervoor de kwaliteitseisen. Lees hier meer over het werk van Vogeltrekstation. Vangen met mistnetten Ringers doen echter meer dan ringen. Zij lezen ook de ringgegevens van al geringde vogels uit en registreren deze. Maar eerst moeten zij de vogels vangen. Dat gebeurt bijna altijd met behulp van mistnetten. Als goed opgeleide ringers dit doen, is dit een veilige en effectieve manier om vogels te vangen. De ringers bevrijden de gevangen vogels heel voorzichtig uit het mistnet en nemen deze mee naar de ringershut. Daar meten zij de vogel op en noteren zij de ringkleur en het ringnummer. Als de vogel nog niet geringd is, doet de ringer dit en ook deze gegevens worden genoteerd. Dit filmpje laat goed zien hoe de ringers te werk gaan en hoe voorzichtig zij met de gevangen vogels omgaan. Ringgegevens invoeren De gegevens op de ring van een gevangen vogel worden ingevoerd in GRIEL (Geautomatiseerd Ring Invoer en Export Loket). GRIEL is ook toegankelijk voor particulieren. Als u een geringde vogel vindt, kunt u de ringgegevens invoeren in GRIEL. Leeft de vogel nog, dan kunt u deze naar een vogelopvang brengen en overleggen wie de gegevens zal invoeren. Nederlandse vogels vliegen over de hele wereld Vrijwel alles wat nu bekend is over overwinteringsgebieden, trekstrategieën, trekroutes en belangrijke pleisterplaatsen voor trekkende vogels is de afgelopen honderd jaar dankzij ringonderzoek aan het licht gekomen. Nederlandse vogels worden in alle werelddelen teruggevonden. Er zijn terugmeldingen van in Nederland geringde vogels die broeden in Canada, diep in Siberië of in China. Bergeenden uit héél Europa komen jaarlijks samen op één bepaalde plaats in de Duitse Waddenzee om te ruien. Boerenzwaluwen uit verschillende broedgebieden in Europa hebben elk hun eigen overwinteringsgebied in Afrika. En populaties van eenden in Europa, Oost-Azië en Noord-Amerika zoeken elkaar op op ruiplaatsen en broedgebieden vanuit verschillende herkomstgebieden. Heel bijzonder is de vangst van de Nederlandse zanglijster die opdook in Argentinië of de pijlstaart die werd teruggevonden door schoolkinderen in Vladivostok in het verre oosten van Rusland. Alle informatie over ringen, ringer worden, registreren, terugmeldingen en de geschiedenis, het heden en de toekomst van het ringen kunt u lezen op site van Vogeltrekstation.
 
 

Internationaal zoeken naar het waterbeheer van de toekomst

6 juli 2022
Roel Doef, Dick Boland en Marcel van den Berg (alle drie werkzaam bij Rijkswaterstaat) willen een internationaal netwerk opzetten van grote ondiepe meren, zoals het IJsselmeergebied, om kennis te halen en te brengen om ons waterbeheer te verbeteren. Dick vertelt: “Met een selectie van meren van noord naar zuid kunnen we klimaateffecten als het ware vooruitzien en gaande van west naar oost zien we een sterk afnemende mate van waterbeheersing.” De stijgende zeespiegel, toenemende droogte en afnemende biodiversiteit nopen tot innovaties van de bovenste plank in het waterbeheer, zo stellen de drie. De monding van de Oder krijgt bezoek van een Nederlandse delegatie van de Agenda IJsselmeergebied 2050, PAGW en KRW van diverse rijkspartijen, Deltares en een NGO. Lees het verslag van het inspirerende bezoek hier.
 
 

Initiatiefnemers Vismigratierivier krijgen voorproefje

4 juli 2022
Tijdens de Dag van de Bouw op zaterdag 18 juni was de bouwplaats van de Vismigratierivier, die normaal gesloten blijft voor publiek, opengesteld voor bezoekers. Op vrijdag 17 juni kregen de initiatiefnemers van de Vismigratierivier een voorproefje met een rondleiding door de coupure. Een uniek moment voor de initiatiefnemers om deze grote ontwikkeling op de ‘bodem’ van de Vismigratierivier te beleven. Het bijzondere idee voor de Vismigratierivier ontstond al in 2011. De Vismigratierivier is een project dat tot stand is gekomen door de inzet van vele partijen. De initiatiefnemers zijn de Waddenvereniging, It Fryske Gea, Sportvisserij Nederland, Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk en NetVISwerk. Kijk voor meer informatie over de Vismigratierivier op www.vismigratierivier.nl.
 
 

Lopen op de bodem van de Vismigratierivier

10 juni 2022
Op zaterdag 18 juni kan je lopen op de bodem van de Vismigratierivier. De Vismigratierivier is in aanbouw en de eerste contouren zijn zichtbaar in het IJsselmeer. Op de Dag van de Bouw is de bouwkuip voor één enkele dag open voor de grootste liefhebbers! Dus meld je aan om een kijkje te nemen waar straks miljoenen trekvissen zwemmen. Drie deskundige medewerkers van de initiatiefnemers van dit bijzondere bouwwerk, ontvangen je voor een kort bezoek ín de bouwkuip. Natuurlijk zie je op de Dag van de Bouw welke moderne technieken de bouwers gebruiken. En je ziet met hoeveel respect het erfgoed - dat Afsluitdijk met 90 jaar is - wordt klaargemaakt voor de toekomst (van de vissen). En dat is nog niet alles… In het Afsluitdijk Wadden Center is ook van alles te beleven over vissen. Er zijn leuke lezingen van gidsen die alles weten over de Vismigratierivier. Deze dag zijn alle activiteiten gratis toegankelijk. De kans van (je) leven Stel je eens voor… Over een paar jaar zwemmen er miljoenen vissen door de Vismigratierivier! En nu kan jij daar staan, in de bouwkuip middenin de Afsluitdijk tussen Waddenzee en IJsselmeer. De aanleg is van levensbelang voor trekvissen die in zoet én zout water leven. In Nederland hebben de vissen deze route nodig om op te groeien of te paaien. De Vismigratierivier zorgt dus voor een aanzienlijke verbetering van de visstand in het hele gebied rond het IJsselmeer! Een plekje reserveren Omdat de Vismigratierivier voor een beperkte groep toegankelijk is, is aanmelden noodzakelijk. Om te genieten van dat programma reserveer je een plekje voor de Lorentz Tour die vanaf de parkeerplaats van Hajé Hotel Zurich vertrekt. Alleen deze bussen stoppen bij de bouwlocatie Vismigratierivier. De Lorentz Tour komt op de weg terug langs het Afsluitdijk Wadden Center. Voor iedereen In het Afsluitdijk Wadden Center kan je met een VR-bril virtueel door de Vismigratierivier zwemmen. Of maak jij liever een selfie met een van de megagrote levensechte vissen, die voorkomen in het IJsselmeer en de Waddenzee? Kinderen kunnen ook trekvissen bij elkaar speuren voor een leuke verrassing, zich laten schminken als vis of zelf aan de slag met stoepkrijt naast het IJsselmeer. Energie over? Wandel naar het uitkijkpunt waar de contouren van de rivier al zichtbaar worden. Laat al die informatie en indrukken maar even op je inwerken… Het uitzicht is er natuurlijk fantastisch! Dankzij De Vismigratierivier is een initiatief van de Waddenvereniging, It Fryske Gea, Sportvisserij Nederland, Coalitie Blauwe Hart en Netviswerk. In opdracht van De Nieuwe Afsluitdijk (DNA) maakt Rijkswaterstaat het gat in de Afsluitdijk. Bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord en Rebel) voert de werkzaamheden uit. DNA is een samenwerkingsverband tussen de provincies Noord-Holland en Fryslân en de gemeenten Holland Kroon en Súdwest-Fryslân. De Vismigratierivier is financieel mogelijk gemaakt door provincie Fryslân, provincie Noord-Holland, Rijksoverheid, LIFE, Natura 2000, Nationale Postcode Loterij, Waddenfonds en CEF. Kijk voor meer informatie over de Vismigratierivier op www.vismigratierivier.nl  
 
 

Challenge jij mee op het IJsselmeer?

20 april 2022
Vorig jaar is vanuit het Nationaal Watertraineeship het samenwerkingsplatform Water Challenges opgezet in opdracht van de Topsector Water. Dit platform stimuleert innovatie, creativiteit en verbinding in de watersector door middel van het organiseren van challenges. Teams gaan in zo’n challenge aan de slag met een uitdagend watervraagstuk. Een vakjury beoordeelt de inzendingen en het winnende team krijgt een hoofdprijs uitgereikt van 5.000 euro. Dit jaar staan de uitdagingen in het IJsselmeergebied centraal. Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk is één van de initiatiefnemers. Oproep aan (young) professionals en studenten! Water Challenges gaat deze zomer naar het IJsselmeergebied. Ga jij aan de slag met één van de maar liefst tien verschillende waterchallenges? De vraagstukken zijn relevant en zeer divers. Het gaat van duurzaam watersporten tot aan Barbapapa onderwaterlandschappen. Niet alleen de inhoud telt. Alle vraagstukken zijn interdisciplinair en laten zien dat er samenwerking nodig is. Ben je al nieuwsgierig? Op de website zijn nog meer challenges te vinden, dus kijk of er iets bij zit voor jou! In een team ga je met één van de vraagstukken aan de slag. Maar het programma biedt meer. Er worden ook trainingen gegeven in teamdynamiek en er zijn diverse evenementen om je netwerk te vergroten. Je gaat niet alleen op pad met je eigen team, maar ook met deelnemers van andere teams en organisaties. Dus wil jij werken aan je persoonlijke ontwikkeling, je netwerk vergroten en meer leren over het IJsselmeergebied? Meld je dan aan! Deelname aan de challenge is vrij van kosten voor studenten en (young)professionals. De initiatiefnemers hebben deze kosten voor jou gedekt! Jij kunt dus GRATIS deelnemen aan de challenge. Onderdeel is onder andere een driedaagse zeiltocht op het IJsselmeer. Ook maak jij samen met jouw team kans op de hoofdprijs van € 5.000,-! Aanmelden kan tot 25 april. De kick-off van de water challenge is op 10 mei.    
 
 

Campagne “ONGEZOUTEN” van start

30 maart 2022
Op dinsdag 1 maart ging in de gemeente Súdwest-Fryslân campagne ONGEZOUTEN van start. Als rondreizend activiteitenprogramma vraagt ONGEZOUTEN aandacht voor de unieke kwaliteiten van het IJsselmeergebied en de ontwikkelingen die er zich voordoen. Nederland verandert. Er wachten ons grote uitdagingen op onder andere het gebied van water, klimaat, natuur, ecologie, energie, visserij, toerisme, recreatie en wonen. Deze opgaven hebben veel invloed op hoe de omgeving er straks uit komt te zien. Ook in het IJsselmeergebied wordt steeds beter zichtbaar hoe deze ontwikkelingen vragen om betrokkenheid, de juiste keuzes en een goede onderlinge afstemming. De gemeente Súdwest-Fryslân heeft het estafettestokje van ONGEZOUTEN gekregen tijdens de Verenigde IJsselmeertop eind mei 2021. Zij is na eerder uitstel door de geldende coronamaatregelen de eerste fysieke locatie die de campagne aandoet en had daarmee de openingsprimeur in handen. Lokale, regionale en landelijke betrokkenen waren aanwezig in restaurant de Foeke in Hindeloopen en werden tijdens het ‘Zuiderzeebanket’ vanuit een gemeenschappelijk verleden meegenomen naar de toekomst van het IJsselmeer. Ook was er een sneakpreview op de dijk van een deel van de activiteiten die ONGEZOUTEN het komende jaar gaat organiseren. (https://youtu.be/38EJVGXJa_o) ONGEZOUTEN ONGEZOUTEN biedt ruimte voor uitwisseling, inspiratie en verbinding tussen professionals, bewoners, ondernemers en overheden in de kustgebieden van het IJsselmeer. We maken duidelijk welke veranderingen er op stapel staan en hoe belangrijk het is om bij iedere ontwikkeling kwaliteit toe te voegen aan het gebied als geheel. We strijken het komende jaar neer op locaties waar opgaven daadwerkelijk aan de orde zijn en brengen op een creatieve manier partijen bij elkaar die niet standaard aan dezelfde tafel zitten. ONGEZOUTEN zoekt continu de samenwerking op met gemeenten, provincies, (maatschappelijke) organisaties en lokale en regionale partners die zich bezighouden met de verschillende thema’s. Alleen op deze manier kunnen we elkaar versterken. Ons platform ONGEZOUTEN biedt straks een podium waar kennis, netwerk en programma kunnen worden gedeeld en uitgewisseld. Rondreizend activiteitenprogramma Voor de fysieke locaties die de campagne in 2022 aandoet is onder de noemer ‘Zuiderzeebanket’ een receptuur bedacht dat voor een totaalbeleving gaat zorgen, een zintuigelijk menu. Hier worden verleden – heden – toekomst van het IJsselmeergebied als dynamische identiteit met elkaar verbonden. De uitdaging die wordt voorgeschoteld is om vanuit een gedeeld verleden en met het vizier op de (verre) toekomst, na te denken volgens diverse scenario’s en daarbij ook het IJsselmeer een stem te geven in plaats van de mens te zien als centrale gebruiker. Het activiteitenprogramma bestaat uit diverse onderdelen die per locatie in de vorm van een dag- of dagdeelprogramma worden georganiseerd. De verschillende programmaonderdelen zijn toegankelijk voor professionals, lokale belanghebbenden, lokale gemeenschappen en overige geïnteresseerden. Ook kan er invulling gegeven worden aan het programma en randprogramma door de betreffende gemeente of provincie. Het activiteitenprogramma is ontwikkeld aan de hand van sleutelervaringen: Beleef, Switch, Verbind en Verbeeld. We vragen bezoekers om met alle zintuigen open, ons programma en het gebied te beleven aan de hand van deze sleutelervaringen. Een ervaring ondergaan, iets beleven waarbij je geprikkeld wordt, is wat ons betreft dé manier om een blijvende herinnering en wellicht verandering in kijken, denken en doen te bewerkstelligen. Meedoen of meer informatie over ONGEZOUTEN? Ga naar www.ongezouten.nu (nog in ontwikkeling) of volg ons op LinkedIn en Instagram.  
 
 

De uit balans geraakte relatie tussen Aalscholvers en vis….

27 februari 2022
Afgelopen tijd is er veel (media-) aandacht geweest voor de interactie tussen aalscholver en vis in de Zuidelijke havengracht van Enkhuizen. Hier speelt mee dat vissen door het onderhoud aan een sluis opgesloten zijn geraakt in de havengracht. Dit leidde tot problemen met het zuurstofgehalte in het water, foeragerende aalscholvers die door buurtbewoners als overlast werd ervaren. Dat jagende aalscholvers steeds meer in verschillende havens, maar ook in andere wateren worden gesignaleerd is niet nieuw. In deze notitie worden de oorzaken en gevolgen nader toegelicht, maar kan geconcludeerd worden dat de invloed van de mens op verschillende manieren de natuurlijke interactie tussen aalscholver en vis interactie (predator-prooi relatie) uit balans heeft gebracht. Natuurlijke overwinteringsgebieden voor vissen zijn luwe, ondiepe oeverzones met een structuur in de vorm van begroeiing, resten van waterplanten, takken en ingevallen bomen. Dit biedt schuil- en ontsnappingsgelegenheid voor vissen. Door een gebrek aan natuurlijk overwinteringsgebied voor vis in het IJsselmeergebied en de randen daarvan, zoekt jonge vis en soms ook grotere vis, in de winter luwte en beschutting in havens. De havens zijn gemiddeld te diep om te fungeren als geschikt winterrefugium (marginaal tot suboptimaal winterhabitat), maar bieden wel deze structuren in de vorm van palen, schepen e.d.  Het natuurlijke gedrag van vissen – op basis van hun overlevingsstrategie - stuurt de vis de haven in, bij gebrek aan optimaal, natuurlijk winterhabitat. Waarna predatoren -waaronder de aalscholver - en met name de daarbij veroorzaakte stress en beschadigingen vervolgens hun tol eisen van de vispopulatie.  Het probleem is niet de trofische sterfte onder de vis (of de aalscholvers of roofvissen nu in de haven of in de IJsselmeer hun prooien zoeken, de hoeveelheid gegeten vis blijft gelijk), maar de sterfte veroorzaakt door een stapeling van stressfactoren.  Voor een structurele oplossing is het nodig het areaal aan natuurlijk of semi natuurlijk habitat voor overwinterende vis te vergroten. Vis Vissen selecteren in natuurlijke ecosystemen door het jaar heen habitats (leefgebieden) waar hun kans op groei en overleving zo hoog mogelijk is.  Groei wordt bepaald door voedselaanbod (kwaliteit/hoeveelheid), de overleving door het risico op predatie door roofvis en visetende vogels te minimaliseren. Vissen hebben hiervoor in hun evolutionaire ontwikkeling soort specifieke strategieën ontwikkeld. Hoe kleiner de vis, hoe groter de kans op predatie (door roofvis en visetende vogels). Onderstaande afbeelding laat zien de relatie tussen vislengte, waterdiepte en overleving. Afleesbaar is dat vis van ongeveer 6 cm een waterdiepte van ongeveer 25 cm prefereert als optimum om het predatierisico te verlagen. Een strategie is het vormen van dichte scholen/aggregaties. Dit heeft verschillende biologische functies, maar een ervan is het verlagen van het predatierisico op populatieniveau. Zomer en winter In de winterperiode speelt voedsel/groei nauwelijks meer een rol, de vis zoekt in scholen/aggregaties refugia op om predatie te mijden (vormen winterconcentraties). De figuur geeft aan dat dit in het algemeen ondiep water is (van nature oeverzones met veel structuur = extra beschutting). Bij voorkeur ook luwe, ondiepe zones, met minimale wind- en golfwerking. IJsselmeer Ondiepe, structuurrijke en luwe oeverzones zijn in het IJsselmeer buitengewoon schaars.  Na de aanleg van de Houtribdijk zijn ondiepe zones als winterrefugia in het huidige Markermeer en de Randmeren onbereikbaar geworden voor IJselmeervissen.  Open verbindingen tussen IJsselmeer met boezemwateren en hun ondiepe achterlanden zijn er niet meer: sluizen, gemalen en dammen vormen harde blokkades. Vissen hebben een ‘gedwongen’ alternatief gevonden in door de mens aangelegde havens, met verbindingen naar stadswateren e.d. maar niet optimaal qua diepte. Sportvissers zijn bekend met dichte visconcentraties in havens (goede winterstekken). Dat de diepte niet optimaal is, is voor vissen lange tijd geen probleem geweest. Snoek als predator komt niet of nauwelijks voor en de snoekbaars lijkt niet bepaald een voorkeur te hebben om de prooivis naar de havens te volgen.  Visetende vogels zijn jaarrond aanwezig op en rond het IJsselmeer (met name futen, aalscholvers en blauwe reigers). Zachte winters De zachte winters van de laatste decennia (klimaatverandering) hebben veranderingen met zich meegebracht: 1.      Geen ijsvorming met een ijslaag als een tijdelijke barrière tussen bijv. aalscholver en vis. Mogelijk ook een factor dat aalscholvers de laatste decennia meer en meer zijn blijven overwinteren (strenge winters dwingen ze zuidelijker) 2.      Relatief hoge watertemperaturen houden het metabolisme van de vis op gang, weliswaar op een laag pitje, maar er is energieverbruik. Maar geen voedsel. Dit betekent een verslechtering van de conditie, die zich vooral richting het einde van de winter manifesteert. Aalscholver Zowel de winter- als de broedpopulatie is toegenomen van 1980 tot 2005. Na 2005 is er een gestage afname (huidige niveau zit onder het instandhoudingsdoel). In tegenstelling tot de algemene perceptie, neemt de aalscholver populatie (winter- en trekvogels) in het IJsselmeergebied de afgelopen 15 jaar af.  Aalscholvers hebben – evenals bijv. vissen – een ‘optimal foraging strategy’ - een streven om met een minimale inspanning een maximale voedselopname te realiseren. Wat aalscholvers dus in feite doen is hun biologische ‘drive’ volgen. Concentraties aan vis in beperkte ruimtes – zoals havens en aangetakte, ‘doodlopende’ wateren – mits diep genoeg om te foerageren, vormen voor aalscholvers een optimale situatie. Daarnaast is het voor aalscholvers van belang dat ze in de nabijheid van de visplaats veilig hun veren kunnen drogen. Deze mogelijkheden zijn ook in het stedelijk gebied vaak ruim voorhanden. Op basis van het voorgaande wordt zichtbaar dat de aalscholver optimaal kan foerageren omdat de prooivis geen natuurlijk refugium kan vinden. De predatiedruk neemt toe, maar de vissen hebben geen alternatief/vluchtroute/refugium, zolang er geen ondiep, beschut water beschikbaar is. De dichte concentraties – biologische functie ‘verminderen predatierisico – vormen in kunstmatige habitats juist een magneet voor predatoren. Waarschijnlijk speelt dit in veel IJsselmeerhavens (Medemblik, Lemmer, Urk e.a.). De kadewanden helpen de aalscholvers, in een doodlopend haventak kunnen een paar aalscholvers effectief een school vissen omsluiten. Dit is ook bekend van roofdieren in wildparken, waar de omheining gebruikt wordt als hulpmiddel om de prooi ‘op te sluiten’. Constante, hoge predatie = meer stress Elke predator (visetende vogel of roofvis) veroorzaakt stress bij prooivissen, zowel door het jagen zelf als door het gegeven dat er voor de vis geen natuurlijk refugium is om aan deze predatie te ontsnappen. Aalscholvers pakken niet alle vis, een deel raakt beschadigd door ‘’halve missers”.  Van cypriniden als blankvoorn en brasem (prooivis) is bekend, dat beschadigde vis zgn. ‘schrikstoffen’ (feromonen) loslaat, als chemisch signaal aan soortgenoten om zich ‘uit de vinnen te maken’ om aan het gevaar te ontkomen. Maar ‘vluchten kan niet meer’: een veilig refugium is niet beschikbaar (anders zou de vis daar al wel gebruik van hebben gemaakt). De vissen in de school/aggregatie nemen dus schrikstoffen waar, maar kunnen hun biologische respons daarop niet uitvoeren. Dit leidt tot nog meer stress.  Er is dus sprake van stress-stapeling, het is waarschijnlijk dat stress een grotere sterfte factor betekent dan de directe sterfte door predatie. Migratie van vissen van de havens naar open water onder predatiedruk lijkt een alternatief, maar dit is tegengesteld aan hun biologische drive om juist in de winterperiode het diepe, open water te mijden. Enkhuizen Waarschijnlijk spelen bovengenoemde factoren ook een (initiële) rol in Enkhuizen. De betreffende gracht is min of meer afgesloten van de haven. Vanwege groot onderhoud, heeft deze sluis                     recent open gestaan, waardoor de vis uit de haven, op zoek naar een refugium, de doodlopende gracht is ingetrokken. Hierna werd de sluis gesloten. De combinatie van veel vis en een dikke blad/slib/bagger laag heeft in eerste instantie geleid tot zuurstofproblemen, gevolgd door reddingsacties en beluchting. De aalscholvers ontdekte de dichte, opgesloten concentratie van vissen: voor de vogel ‘optimal foraging in optima forma’. Gevolgd door de aanwonenden ervaren maatschappelijke overlast en de belangstelling van de media. Synthese Het IJsselmeergebied is door de mens zodanig veranderd, dat er niet of nauwelijks (bereikbare) natuurlijke winterrefugia voor vissen zijn. Havens hebben lang een suboptimaal alternatief geboden. Klimaatverandering (eveneens door de mens veroorzaakt) heeft mogelijk geleid tot relatief meer overwinterende aalscholvers in de echte wintermaanden, en tot meer zachte winters. De aalscholverpopulatie is afgenomen de laatste 15 jaar. Gebrek aan ijsvorming versterkt de interactie aalscholver – vis. Ook is de relatief hoge watertemperatuur in de winter nadelig voor de conditie van de vis.  Foeragerende predatoren zoals roofvissen en aalscholvers verhogen de stressniveau’s van vissen (jagen en schrikstoffen), omdat deze daaraan niet kunnen ontsnappen c.q. hun biologische respons niet kunnen volgen door te migreren naar geschikte winter Habitats. Waarbij de aalscholver zijn biologische eigenschappen in te zetten op ‘optimal foraging’. Op de schaal van het IJsselmeergebied, is de directe sterfte van vis per aalscholver (= aantal vissen dat een aalscholver consumeert; de trofische sterfte) niet het probleem.  Het is de hoge mate van niet-trofische sterfte onder de vis als gevolg van een lage conditie (zachte winters) en stapeling van stress. Deze niet-trofische sterfte wordt veroorzaakt door een gebrek aan natuurlijke winterrefugia. De havens, al dan niet met aangetakte, kunstmatige waterlopen, fungeren voor vissen in de huidige, zachte winters als een ecologische val, waarin continue stress ervaringen de hoofdoorzaak zijn van sterfte. Predatie en stress zijn natuurlijke fenomenen in het leven van vissen. Een overmaat aan stress niet; de sterke menselijke beïnvloeding van het klimaat en natuurlijke vis Habitats vormen de hoofdoorzaken van de uit balans geraakte aalscholver-vis relaties. Oplossingen? Het voorgaande biedt ook de richting voor structurele oplossingen: het vergroten van geschikt winterhabitat: vergroten areaal beschut, ondiep water met veel structuur. Zowel in stedelijk gebied, als in het herstellen van verbindingen met binnendijkse wateren. Deze onderwerpen staan inmiddels op verschillende ‘IJsselmeer-agenda’, bijv. bij Achteroever projecten, ondiepe vooroevers, vismigratievoorzieningen e.d. ‘Verbinding en variatie’ zijn ook hier de sleutelwoorden. Hoewel er groeiende aandacht is voor paai- en opgroeigebieden, dienen ook winter Habitats meer aandacht te krijgen. Dit jaar start RWS een studie naar winter Habitats (deskstudie en veldonderzoek). Het zou goed zijn als de resultaten daarvan goede onderbouwing opleveren voor concrete, en structurele maatregelen.
 
 

Waterchallenges 2022 – uitdagingen in het IJsselmeergebied

16 februari 2022
Vorig jaar is vanuit het Nationaal Watertraineeship het samenwerkingsplatform Water Challenges opgezet in opdracht van de Topsector Water. Dit platform stimuleert innovatie, creativiteit en verbinding in de watersector door middel van het organiseren van challenges. Teams gaan in zo’n challenge aan de slag met een uitdagend watervraagstuk. Een vakjury beoordeelt de inzendingen en het winnende team krijgt een hoofdprijs uitgereikt van 5.000 euro. Het afgelopen jaar werden deze challenges georganiseerd rond het thema “droogte”. Voor de editie van volgend jaar is een meer geografische insteek gekozen en staan de uitdagingen in het IJsselmeergebied centraal. Het idee om met Water Challenges 2022 te focussen op het IJsselmeergebied is geboren tijdens een platformdag van de Agenda IJsselmeergebied 2050 die in het teken stond van “Jong Bloed in het Blauwe Hart”. Jaap Feil – een van de aanjagers achter Water Challenges – en Roel Doef – nauw betrokken bij zowel de Agenda IJsselmeergebied 2050 als het Deltaprogramma IJsselmeergebied – raakten daar enthousiast met elkaar in gesprek. Feil: ‘Dit gebied kent een groot aantal functies die allemaal een plek vragen binnen het geheel. Denk aan natuur, bevaarbaarheid, zoetwatervoorziening, landbouw, visserij, recreatie, cultureel erfgoed en het opwek[1]ken van duurzame energie. En aan al die functies zitten verschillende belangen vast. Op zich is het al een uitdaging om die samen te brengen en tot hun recht te laten komen.’ Hoe gaan we in de toekomst met het water om? ‘Daarnaast speelt vanzelfsprekend de vraag in hoeverre al die functies ook toekomstbestendig zijn met het oog op de gevolgen van klimaatverandering’, vervolgt Feil. Doef haakt aan: ‘Daarmee is ook het perspectief van het Deltaprogram[1]ma IJsselmeergebied essentieel. Hoe gaan we in de toekomst met het water om en wat betekent dat voor alle functies in op en rond het IJsselmeergebied? Voldoende vraagstukken en uitdagingen dus om in challenges mee aan de slag te gaan! Het is uitdagend om samen te werken aan de toekomst van ons prachtige IJsselmeer[1] Werken aan watervraagstukken Wil jij naast het oppakken van een Water Challenge nog op een ander manier aan de slag met watervraagstukken? Dat kan! Bijvoorbeeld via het Nationaal Watertraineeship dat young professionals uitdaagt zichzelf te ontwikkelen en een breed netwerk op te bouwen. Ook is er het programma De Stroomversnellers, een studentennetwerk, waarbij waterambassadeurs medestudenten en scholieren informeren en enthousiasmeren over de watersector door middel van gastlezingen, excursies en andere sector gerelateerde activiteiten. Een ontmoeting met het IJsselmeergebied Water Challenges 2022 gebied. Jongeren kunnen de ervaringen van ouderen benutten, ouderen kunnen leren van de nieuwe inzichten van jongeren. Jong bloed in ons Blauwe Hart kunnen we heel goed gebruik Hoe gaat het in zijn werk? Marsha Tack, projectassistent bij het Nationaal Watertraineeship en nauw betrokken bij het opzetten van de Water Challenges, licht toe hoe de challenges praktisch vorm krijgen en voor wie ze zijn bedoeld: ‘Of je nu jong bent, oud, student, professional, waterliefhebber, of gewoon geïnteresseerd: iedereen kan meedoen. We hopen op een heel divers deelnemers[1]veld. Dat levert de mooiste dynamiek.’ Aanmelden kan op verschillende manie[1]ren. Tack: ‘Je kunt je eigen team formeren en als team inschrijven. Vanuit een gemeente bijvoorbeeld, of een water[1]schap. Maar ook een buurtvereniging is meer dan welkom. Teams die zich in[1]schrijven krijgen een vraagstuk voorgelegd dat relevant is voor het IJsselmeer[1]gebied en gaan daar gezamenlijk mee aan de slag. Heb je geen team? Dan is dat geen enkel probleem. Je kunt je ook individueel inschrijven. Dan formeren wij een team voor je en kun je toch samen met anderen aan de slag met een voor het IJsselmeer[1]gebied relevante opgave. En heb je zelf een idee voor een uitdagend vraagstuk? Je bent meer dan welkom om dit via het aanmeldformulier aan ons door te geven!’ Programma en prijs Het programma van de Water Challenges 2022 – IJsselmeergebied gaat in mei volgend jaar van start. ‘In de daaropvolgende maanden organiseren we een vijftal ontmoetingsdagen voor alle deelnemers’, vertelt Tack. ‘Op het programma staan onder meer een serious game day en een meerdaagse zeiltocht in het IJsselmeergebied. Van de deelnemers verwachten we dat zij naast deze dagen nog ongeveer 40 uur bezig zijn met de uitwerking van de challenge en hiervan met een kort filmpje een presentatie maken. Een vakjury beoordeelt de inzendingen en maakt de winnaar bekend tijdens een feestelijke bijeenkomst op Prinsjesdag 2022 in Den Haag. De prijs voor het winnende team is 5.000 euro en wordt uitgereikt door de Topsector Water & Maritiem.’ Doe mee! Wil jij op een creatieve manier leren en meewerken aan de ambities van het IJsselmeergebied, een sterk netwerk opbouwen in de watersector en ook kans maken op de hoofdprijs van 5.000 euro? Het aanmelden voor een challenge kan vanaf januari 2022. Ook kan je een vraagstuk of een challenge aanmelden. Kijk voor meer informatie over het aanmelden en de deelname op www.waterchallenges.nl. Hier vind je ook informatie over de bijeenkomst in januari waar je al je vragen kunt stellen. Wij hopen jou te ontmoeten! Water Challenges 2021 – Droogte Het centrale thema van Water Challenges in 2021 was droogte. Verschillende organisaties zoals ClimateCafé, Wetskills, het Waterschapshuis en het Nationaal Watertraineeship hebben rond dat thema een challenge gefaciliteerd. Bij de ClimateCafé challenge in de Drents-Overijssel[1]se Delta werd door een groep studenten veldonderzoek gedaan naar de werkzaamheid van wadi’s in de regio Zwolle. Bij de challenge van het Nationaal Watertraineeship werd er door een groep young professionals gekeken naar ondergrondse zoetwateropslag op Texel naar aanleiding van een vraag van Accacia Water. Het aanbod van de challenges is heel divers, dus voor ieder wat wils! Contactgegevens: info@waterchallenges.nl Roel Doef roel.doef@rws.nl 06-22196409 Jaap Feil jfeil@natuurlijktalent.nl 06-22016178 Marsha Tack marshatack@gmail.com Bron: Nieuwsbrief IJsselmeeragenda
 
 

Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk draagt organisatie Rondje Pampus over…

9 februari 2022
Belangrijk nieuws over Rondje Pampus 2022. We gaan weer zwemmen voor de natuur, de datum is bekend en binnenkort starten de inschrijvingen. Maar dit jaar draagt de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk de organisatie van ‘Rondje Pampus’ over aan Stichting Rondje Pampus. Zij gaan voortaan Rondje Pampus organiseren, in nauwe samenwerking met Swimfantastic en Forteiland Pampus. Het vertrouwde motto blijft: ‘Natuur beleef je in het water’! Want zwemmen in het open water, speciaal in het IJsselmeergebied, is een unieke natuurbeleving. Stichting Rondje Pampus neemt het stokje over Al 10 jaar gaat een deel van de opbrengst van deelnemers en sponsoren naar een goed doel, dat bijdraagt aan de verbetering van de waterkwaliteit en de natuur in het IJsselmeergebied. Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk heeft dit jaren met veel plezier georganiseerd maar draagt het stokje graag over aan Stichting Rondje Pampus. Deze stichting is in het leven geroepen om het unieke zwemevenement in het IJsselmeergebied, het Blauwe Hart van Nederland jaarlijks voort te zetten. De stichting beoogt met de organisatie van Rondje Pampus blijvend aandacht te vragen voor de kwetsbare natuur in het IJsselmeergebied. Zwemevent en Challenge Stichting Rondje Pampus organiseert dit jaar voor het eerst Rondje Pampus zwemevenement en Rondje Pampus Challenge. Zowel recreatie- als wedstrijdzwemmers kunnen 1, 2 of 3 rondjes zwemmen rond Forteiland Pampus. Eén rondje is 900 meter. Deelnemers aan het zwemevenement leveren met een deel van het inschrijfgeld een bijdrage aan een goed natuurdoel. Zo werd vorig jaar meegeholpen aan het herstel van de vogeleilanden in het natuurgebied de Lepelaarplassen in Almere. Ook dit jaar zal een deel van het inschrijfgeld gedoneerd worden aan een onderzoek of een project dat bijdraagt aan het vitaal en gezond houden van het IJsselmeer. 30 juli, 11e editie Rondje Pampus De 11e editie van het Rondje Pampus zwemevenement vindt plaats op 30 juli 2022. De datum waarop deelnemers zich kunnen inschrijven wordt binnenkort bekendgemaakt op de Facebook pagina , de Instagram pagina  en andere op de website genoemde sociale media. Voor meer informatie over Stichting Rondje Pampus en het Rondje Pampus zwemevenement, bezoek de website.  
 
 

Doorbraak bouwkuipen vismigratierivier

26 januari 2022
Precies een jaar geleden startte de bouw van het ‘gat’ – oftewel coupure – in de Afsluitdijk onder de A7. Op 11 januari is een doorbraak gemaakt tussen bouwkuip zuid aan de IJsselmeerzijde en bouwkuip noord aan de Waddenzeezijde. Nu kunnen de bouwers vanuit één bouwkuip verder werken aan de doorgang voor de Vismigratierivier bij Kornwerderzand. De eerste contouren De volgende fase is de aanleg van de vier kilometer lange slingerende rivier in het IJsselmeer. Vanaf mei 2022 kun je de eerste contouren van de rivier zien als je over de Afsluitdijk rijdt. De Vismigratierivier zorgt er straks voor dat allerlei soorten vissen weer vrij heen en weer kunnen zwemmen tussen Waddenzee en IJsselmeer. Het is voor het eerst in de wereld dat een kunstmatige getijdenrivier op de grens van zoet en zout water wordt aangelegd. Bekijk hier het filmpje.  
 
 

IJsselmeergebied krijgt lector

26 januari 2022
‘Kennis ontwikkelen en kennis overdragen aan creatieve jongeren’ Voor Marcel van den Berg gaat een lang gekoesterde wens in vervulling. Hij gaat vanuit Rijkswaterstaat als lector aan de slag bij Hogeschool Aeres. Een lector is een coördinerend onderzoeker die verbonden is aan een Hogeschool. Met één voet in het onderwijs, één been in de kennisontwikkeling en het andere been in de praktijk, voelt hij zich als een vis in het water. Als Marcel van den Berg over het waterleven vertelt, beginnen zijn ogen te glinsteren: ‘Het IJsselmeergebied is onder water enorm rijk aan leven. Ik kan genieten van een voortrazend roeipootkreeftje of een watervlo met een kloppend hart. En ik krijg kippenvel van het wauwelen van de kleine zwanen als ze met hun gezin waterplanten aan het eten zijn, na hun lange tocht uit Siberië. Het IJsselmeergebied blinkt uit in de grote omvang van ondiep water, ook op Europese schaal bezien. Die ondiepte zorgt ervoor dat het licht op veel plaatsen tot op de waterbodem kan doordringen, waardoor leven welig kan tieren. Ik vertel graag over het waterleven en andere kwaliteiten van het gebied. Als lector heb ik daar alle gelegenheid toe.’ Voedselketenanalyses Als kersverse lector gaat Van den Berg gaat terug naar zijn roots, want eind jaren negentig heeft hij als onderzoeker gewerkt aan de ecologie van de meren in het IJsselmeergebied. ‘Het was een tijd waarin we volop werkten aan het herstel van de natuurlijke balans van voedingsstoffen; een periode waar de groene soep veranderde in helder water. Dat ging gepaard met de terugkeer van een grote hoeveelheid en diversiteit aan watervogels, vissen, kleine waterdieren en planten.’ Alleen de Zuidelijke Randmeren hebben volgens Marcel nog te lijden onder een teveel aan voedingstoffen. Voor sommige meren, zoals het Markermeer, is de hoeveelheid fosfor tegenwoordig zo sterk afgenomen dat het er sterk op lijkt dat dieren hoger in de voedselketen daar last van hebben. Van den Berg: ‘Het in kaart brengen van de voedselketen op basis van voedselketenanalyses is een enorm uitdagende klus. Dat krijg je ook alleen voor elkaar door samen te werken. Partijen zoals de Universiteit van Amsterdam, het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO), Deltares en ook diverse marktpartijen dragen daar elk hun steentje aan bij, en deze partijen zullen ook binnen het lectoraat een belangrijke rol spelen.’ Bijdragen aan kennisontwikkeling Met het lectoraat wil Van den Berg graag een bijdrage leveren aan de kennis die nodig is om tot goede afgewogen besluiten te kunnen komen over de vele opgaven die in het IJsselmeergebied spelen: ‘Dat is nodig, want de ambities in de Agenda IJsselmeergebied 2050 zijn niet altijd even goed met elkaar verenigbaar. Enerzijds is er aandacht voor het herstel van de waterkwaliteit en natuurwaarden. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen uit de Kaderrichtlijnwater, de Programmatische Aanpak Grote Wateren, Natura2000 en Nationaal Park Nieuwland. Deze aandacht is broodnodig, want de natuurdoelen staan voor veel dieren nog op rood. Anderzijds kijkt de omgeving graag naar het zoete water en de ruimte van het IJsselmeergebied die kansen biedt voor nieuwe ontwikkelingen. Zandwinning, recreatie op en langs het water, visserij, energie op of uit water, woningbouw; het zijn allemaal activiteiten die invloed kunnen hebben op de water- of natuurkwaliteit. De spanning is soms voelbaar als blijkt dat niet alles overal kan, of wellicht dat het straks niet meer kan. En dat vraagt om visie en om keuzes. En aan het onderbouwen van die keuzes met kennis, wil ik graag bijdragen. Hoe kun je dat beter doen dan door met creatieve jongeren aan de slag te gaan die graag hun kennis in de praktijk willen ontwikkelen en toepassen? Laat dat nu ook nog mooi passen bij “Jong bloed in het Blauwe Hart.” (bron: nieuwsbrief Agenda IJsselmeergebied - december 2021)
 
 

Ruimtelijke Verkenning

26 januari 2022
Instrument om te onderzoeken waar het knelt én waar ruimte zit.. In het IJsselmeergebied speelt een groot aantal uiteenlopende opgaven en belangen. Om meer zicht te krijgen op de vraag waar deze elkaar kunnen versterken of juist botsen heeft het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied ingestemd met het voorstel om een ruimtelijke verkenning uit te voeren in het IJsselmeergebied. VINU en Strootman Landschapsarchitecten stellen hiervoor een Plan van Aanpak op. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is opdrachtgever namens de samenwerkende partijen. Elke Praagman die het proces rond het opstellen van het Plan van Aanpak voor de Ruimtelijke Verkenning coördineert, licht het waarom van de Verkenning toe: ‘In het gebied speelt een groot aantal ontwikkelingen en belangen die allemaal op elkaar van invloed zijn. Denk bijvoorbeeld aan verstedelijking, het opwekken van duurzame energie, natuurontwikkeling, recreatie en visserij. Daarnaast is het IJsselmeer hét zoetwaterreservoir voor een groot deel van Nederland en staat het IJsselmeergebied – zeker met het oog op het veranderende klimaat – voor grote wateruitdagingen. Maar de verschillende bij die ontwikkelingen betrokken partijen spreken niet allemaal elkaars taal, zijn op verschillende niveaus met opgaven aan de slag en hebben ook te maken met verschillende tijdschalen.’ ‘Een gemeente wil met het oog op de woningnood bijvoorbeeld het liefst snel aan de slag met het bouwen van woningen. Dat is natuurlijk heel begrijpelijk, maar daardoor verdwijnt de langetermijn wateropgave wellicht wat naar de achtergrond. Het doel van een Ruimtelijke Verkenning is dan om een gezamenlijk beeld te vormen van wat er in het gebied mogelijk is, waarbij je alle opgaven die in het gebied spelen – voor de korte en voor de lange termijn – op een integrale wijze meeneemt.’ Blauwe Hart Natuurlijk: integrale aanpak noodzakelijk Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk is altijd al één van de pleitbezorgers geweest voor het opstellen van een Ruimtelijke Verkenning. Flos Fleischer van Het Blauwe Hart Natuurlijk: ‘We zijn erg blij dat dat er nu ook echt van komt. Wij vinden dat het IJsselmeergebied een integrale aanpak behoeft, over de grenzen van de verschillende betrokken provincies heen. Inmiddels zijn er binnen de Agenda IJsselmeergebied 2050 veel ambities neergelegd. Daarmee hebben we als het ware een mooie weg aangelegd. Maar we weten niet precies waar die weg naartoe gaat. Wat ons betreft nemen we nu dus een volgende stap: het zoeken van een antwoord op de vraag waar al die ambities landen in het IJsselmeergebied. Ik hoop dat de Ruimtelijke Verkenning daar meer licht op werpt.’ Niet alles kan tegelijkertijd en ook niet alles kan overal ‘Met het neerleggen van ambities ben je er inderdaad nog niet’, beaamt Praagman. ‘Het is ook niet zo dat al die ambities in volledige harmonie met elkaar zijn te realiseren. Inzetten op economische activiteit schuurt wellicht met het streven naar een robuust ecosysteem of het behoud van alle cultuurhistorische elementen. Niet alles kan tegelijkertijd en ook niet alles kan overal. Daar waar het uitspreken van ambities nog niet echt duidelijk maakt waar de knelpunten zitten, is zo’n Ruimtelijke Verkenning een geschikt instrument om te onderzoeken waar het knelt en waar de ruimte zit. Het maakt dus duidelijk wat je überhaupt wel en niet kunt doen; niet alleen vanuit het perspectief van ruimtelijke kwaliteit, maar ook met het oog op de wateropgaven die de klimaatverandering met zich meebrengt.’ Die laatste notie betreft overigens niet alleen het IJsselmeergebied, maakt Praagman duidelijk: ‘Vanuit het ministerie van IenW wordt nu gewerkt aan het beleidsstuk “Water en bodem sturend”. Dat betekent dat we de manier waarop we in Nederland de ruimte ordenen veel meer zouden moeten laten bepalen door de randvoorwaarden die het water- en bodemsysteem ons stelt.’ Plan van Aanpak volgend voorjaar definitief De eerste stap om te komen tot de Ruimtelijke Verkenning is het opstellen van een gedragen Plan van Aanpak. VINU – een bureau voor project- en procesmanagement – en ontwerpbureau Strootman Landschapsarchitecten hebben de opdracht gekregen dit gezamenlijk op te pakken. Praagman: ‘Inmiddels ligt er een concept-Plan van Aanpak, dat nog verder wordt ontwikkeld met input van de verbrede ambtelijke IJsselmeergroep. Naar verwachting is het Plan van Aanpak dan volgend voorjaar definitief en wordt het besproken in het BPIJ. Bron: nieuwsbrief Agenda IJsselmeergebied 2050 - december 2021
 
 

Jeugd en natuur: toekomst voor het IJsselmeergebied

26 januari 2022
Het IJsselmeergebied, het Blauwe Hart van Nederland, bruist van de ambities en ontwikkelingen op het gebied van natuur, landschap, recreatie, visserij, verstedelijking, energietransitie en zoetwatervoorziening. Om de ambities in het Blauwe Hart in 2050 te kunnen realiseren, is jong bloed nodig tot in alle haarvaten van de meer dan 60 betrokken organisaties. Er lopen diverse initiatieven om te komen tot verjonging van het IJsselmeergebied-netwerk. Rijkswaterstaat (RWS) is een belangrijke speler in het IJsselmeergebied. De website van RWS richt zich nadrukkelijk ook op de jeugd. In op jongeren afgestemd taalgebruik wordt uitgelegd dat RWS als grootste natuurbeheerder samen met de waterschappen verantwoordelijk is voor een goede waterkwaliteit en een gevarieerde natuur. Die natuur moet dan wel zo sterk zijn dat het de vele andere functies in het gebied kan blijven dragen zonder in te storten. RWS werkt in dit geval vooral aan de ecologische basis met daarin de juiste voedselvoorraad voor de dieren die op en rond de grote meren leven: de tasty five. Sylvia de Bres, communicatieregisseur bij RWS vertelt: ‘Met de tasty five en de big five richten we ons vooral – maar zeker niet alleen – op de jeugd. Hoe betrek je hen op een toegankelijke manier bij deze opgave voor waterkwaliteit en natuur? Een opgave waar niet alleen wij, maar iedereen die woont, werkt en recreëert in het IJsselmeergebied belang bij heeft. Juist de jonge generatie kan hierin een rol pakken. Als wij hen kunnen interesseren en betrekken bij onze activiteiten, kunnen we nieuwe energie en inzichten toevoegen aan ons werk. Hoe je ze bereikt is een van de hamvragen. Omdat jongeren meer op social media communiceren, zetten we ook juist hierop in. ’Maak eens kennis met de big en tasty en kijk op Bijzondere dieren IJsselmeergebied | Rijkswaterstaat wat de tasty five hier zelf over vertelt!’ Tasty five: onmisbaar in het ecosysteem In het IJsselmeergebied leven de tasty five: vijf belangrijke voedselbronnen voor de grotere dieren in het gebied én zuiveraars van het water: de watervlo, rode muggenlarve, quaggamossel, spiering en waterplant. Ze zijn onmisbaar voor het ecosysteem. ‘Als er bijvoorbeeld maar één soort watervlo in het gebied leeft, is dit niet genoeg om het ecosysteem compleet te maken’, vertelt De Bres. ‘Een biodivers ecosysteem is een robuust ecosysteem. Als je maar één soort watervlo hebt en er gebeurt iets met die soort, dan heb je meteen helemaal geen watervlooien meer. En omdat de watervlo zo’n belangrijke rol speelt in het voedselweb, is dan meteen het hele ecosysteem in gevaar. De watervlo is overigens niet alleen een belangrijke voedselbron, maar vertelt ons ook iets over de kwaliteit van het water. Zodra de waterkwaliteit terugloopt, gaat hij dood en ontstaan bij muggenlarven bijvoorbeeld afwijkingen in de kaken.’ Een andere tasty five-soort is de spiering; een lekkernij voor menig vogel in het IJsselmeergebied. De spiering is een kwetsbare vis: ze zijn gevoelig voor temperatuurstijging in het water en de mannetjes overlijden na de paring. Zij spoelen dan massaal aan op de kust. De Bres: ‘Dat is een natuurlijk verschijnsel, maar helaas gaan er op dit moment meer spieringen dood dan erbij komen, omdat er momenteel onvoldoende voedsel in het water zit. Om genoeg jonge spieringen, meer én gezonde soorten watervlooien en andere tasty five – voedselbronnen in het gebied te hebben, moeten er dus wel genoeg soorten – biodiversiteit – in het water zitten. De rode muggenlarve. De rode muggenlarve verstopt zich meestal in een laagje modder of tussen waterplanten voor zijn vijanden. De waterplant. Waterplanten zijn onmisbaar in het IJsselmeergebied. Zo nemen ze voedingsstoffen op uit het water en gaan de groei van blauwalg tegen. Ze zijn een graadmeter voor de ecologische waterkwaliteit. De watervlo. De watervlo behoort tot de kreeftachtigen en is vooral voor jonge vissen een belangrijke voedselbron. De quaggamossel. Quaggamossels filteren liters water in het IJsselmeergebied. Voor vogels die in het IJsselmeergebied overwinteren, is deze mossel één van de belangrijkste voedselbronnen. De spiering. De spiering wordt door zijn kenmerkende komkommergeur ook wel de ‘komkommervis’ genoemd. Als leefgebied heeft de spiering schoon, zuurstofrijk water nodig dat niet te warm is. Big five en klimaatverandering Naast de tasty five bevinden de big five zich in het IJsselmeergebied. Dit zijn dieren die, door in het gebied te leven, een belangrijke graadmeter zijn voor de ecologische kwaliteit en kwaliteit van het leefgebied: de zeearend, paling, grote karekiet, otter en snoek. De Bres: ‘De otter is decennialang weggeweest en is nu weer terug omdat we de waterkwaliteit hebben verbeterd. Dat maakt duidelijk dat er de afgelopen jaren al veel werk is verzet. Lees ook hùn verhalen: Bijzondere dieren IJsselmeergebied | Rijkswaterstaat en download het memoryspel.
 
 

Kansenkaarten Natuurlijke Klimaatbuffers

11 november 2021
Kansenkaarten Natuurlijke Klimaatbuffers helpen overheden om mét de natuur te gaan werken. Een goed initiatief dat Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk ondersteunt. Lees hier een artikel over dit onderwerp. Op de website www.klimaatbuffers.nl vind je meer interessante informatie.
 
 

Kitesurfen in het IJsselmeergebied

25 oktober 2021
Het IJsselmeergebied is populair onder kitesurfers. Tegelijkertijd is het IJsselmeergebied één van de grootste beschermde natuurgebieden van ons land. Het gebied is van levensbelang voor vogels. Daarom werken diverse organisaties samen om een goede balans te vinden tussen natuurbescherming en kitesurfen. Speciale locaties voor kitesurfers Kitesurfen in het IJsselmeergebied is niet vanzelfsprekend, omdat de beschermde natuurwaarden onder druk staan. De sport mag daarom alleen worden beoefend op speciaal daarvoor aangewezen locaties, nadat getoetst is dat dit wat betreft de natuur en vaarveiligheid kan. Deze blijken echter te beperkt voor deze sport. De kitesurfers hebben behoefte aan meer locaties en meer ruimte binnen de bestaande locaties. De provincies Noord-Holland en Flevoland en de Nederlandse Kitesurf Vereniging (NKV) hebben het initiatief genomen om samen met andere partijen te werken aan het beschermen van de natuur en de wensen van de kitesurfers. Toekomstbeeld kitesurfen in IJsselmeergebied Om dit initiatief uit te voeren is er een werkgroep samengesteld. Hierin zitten vertegenwoordigers van de Vogelbescherming Nederland, Blauwe Hart Natuurlijk, de NKV (ook namens het Watersportverbond), Omgevingsdienst Gooi- en Vechtstreek, Rijkswaterstaat en de provincies Noord-Holland, Fryslân en Flevoland. Het resultaat van deze werkgroep is het rapport ‘Toekomstbeeld Kitesurfen in het IJsselmeergebied’. Dit rapport geeft een goed beeld van de huidige situatie en de verbetermogelijkheden voor het kitesurfen en de natuur. De komende jaren werken deze partijen samen aan de uitvoering van de acties uit dit rapport, vanuit de eigen organisatie, gezamenlijk of in combinaties. Dit moet ervoor zorgen dat de waarde van de natuur van dit prachtige gebied onder de aandacht blijft, met de benodigde rust voor de vogels. Het kitesurfen krijgt meer ruimte, waarbij goed gekeken wordt naar de natuur en de balans tussen beide. Download Toekomstbeeld kitesurfen in het IJsselmeergebied (rapport) Toekomstbeeld kitesurfen in het IJsselmeergebied (brochure)