“Je kunt goede dingen bedenken, maar als het gesprek erover niet lukt, heb je nóg niets”

In 2015 werd de Stichting Transitie IJsselmeer (STIJ) opgericht. Die periode werd gekenmerkt door de nasleep van het mislukken van het Masterplan Toekomst IJsselmeer (een advies en een uitvoeringsagenda om de visstand, visserij en natuur in balans te brengen) en de ingrijpende beperkingen van de beroepsvissers. Er is intensief samengewerkt met verschillende partijen. Van belanghebbende en deskundige vissers, wetenschappers en adviseurs tot en met medewerkers en bestuurders van de provincies Flevoland, Friesland en Noord-Holland, de ministeries van LNV en I&W, Rijkswaterstaat, Vogelbescherming Nederland, Sportvisserij Nederland en de PO IJsselmeer, die de vissers vertegenwoordigt. Tijdens de beginperiode van de stichting was de Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk ook nauw betrokken. Tussen de partijen was veel wantrouwen. Dit resulteerde in slecht of geen overleg en permanente dreiging met rechtszaken en politieke interventies. Er was grote behoefte aan een onafhankelijke partij om tussen de partijen te bemiddelen, het vertrouwen tussen de partijen te vergroten, te werken aan inhoudelijk goede voorstellen en de negatieve spiraal te doorbreken. De stichting heeft zich hier van 2015 tot de opheffing op 25 februari 2023 voor ingezet. Secretaris directeur Nico Beun is vanaf 2016 werkzaam geweest voor de STIJ. Tegelijk met de opheffing van de stichting start zijn pensioen. In dit interview vertelt Nico over zijn jaren bij de STIJ.

Hoe lang en in welke rol heb je gewerkt voor de STIJ?
Ik ben vanaf 2016 als directeur secretaris betrokken geweest bij de stichting. Omdat de eerste directeur secretaris ziek werd, ging men op zoek naar een vervanger. Ik heb een achtergrond in het werken aan hardnekkige maatschappelijke vraagstukken en de thema’s vernieuwing en verandering. Ze hebben mij gevraagd voor de functie van directeur secretaris en ik ben er full time mee aan de slag gegaan. Met het bestuur als sparringpartner ben ik alle werkzaamheden gaan uitvoeren. Ik gaf leiding aan het hele proces en aan de opdrachten om onderzoeken te doen en projectvoorstellen te schrijven. De stichting had verder geen personeel in dienst, maar (gelukkig) wel beperkt de beschikking over geld om deze opdrachten te laten uitvoeren. In de eerste periode heb ik veel gesprekken gevoerd met vissers. Aansluitend lag de focus op het om tafel krijgen van alle betrokkenen en constructief het gesprek aan te gaan.

Hebben jullie je doelen bereikt?
Ja, dat is gelukt. Dat krijgen we ook terug van de partijen. We hebben sterk ingezet op het overbruggen van verschillen in taalgebruik en beeld van de werkelijkheid van partijen. Alle partijen spraken hun ‘eigen taal’ en hadden een ‘eigen werkelijkheid’. We hebben toegewerkt naar ‘gedeelde werkelijkheden’. Vervolgens kon het gesprek weer op gang worden gebracht en hebben we gezamenlijk het enorme wantrouwen dat er was, dat leidde tot rechtszaken en interventies in de Tweede Kamer, kunnen kenteren.
We zijn ook tevreden over de inhoud. Met vallen en opstaan hebben we een mooie basis kunnen leggen. Er is gewerkt aan een inhoudelijk voorstel voor verstandig vissen op het IJsselmeer en Markermeer met toekomst voor beroepsvissers. Dit voorstel is in het project Verstandig Vissen gegoten en wordt momenteel uitgevoerd. Tot het einde van de zomer ben ik als voorzitter betrokken bij de afronding van het project.
We hebben de muur die stond tussen het Ministerie van LNV en de andere partijen enigszins kunnen afbreken. De pijlen waren vooral gericht op LNV en de visserijwet, die het de vissers mogelijk moet maken te kunnen vissen. Inmiddels is er gesprek mogelijk, maar een zeer luisterend oor van LNV blijft noodzakelijk.
Het gezamenlijk belang van vissers en natuurorganisaties wordt onderkend. Beide zijn gebaat bij een goede visstand en een goed ecosysteem. Als belangen op dezelfde leest geschoeid zijn, kan je constructief met elkaar in gesprek. Het probleem ontstaat als je met elkaar gaat concurreren.

Welke hordes hebben jullie daarvoor moeten nemen?
De grootste horde was het enorme wantrouwen. De partijen zaten in schuttersputjes. Om ze daar uit te krijgen, waren gesprekken en vertrouwen onontbeerlijk. We hebben heel veel geïnvesteerd in gesprekken om te bouwen aan vertrouwen. Veel van de gesprekken met de vissers vonden plaats aan de keukentafel. Zij hebben eigenlijk al sinds 1932, de aanleg van de Afsluitdijk, een getroebleerde verhouding met de overheid. In eerste instantie werden zij aan hun lot overgelaten en in de laatste decennia hebben ze te maken gehad met een overheid die regels stelt en in hun beleving hun broodwinning belemmert. Tel daarbij op dat de overheid de (complexe) regelgeving baseerde op wantrouwen ten aanzien van de vissers en de negatieve spiraal is een feit. Door 1 op 1 met de vissers in gesprek te gaan, kregen we andere verhalen dan uit vergaderingen. Je schuift aan bij de echte wereld en krijgt antwoord op vragen als, wat wil je, hoe zie je de toekomst, waar heb je last van. Hetzelfde hebben we gedaan met de overheden. Vervolgens hebben we ons gezamenlijk afgevraagd of er voldoende ruimte was voor vertrouwen in elkaars positie en of we samen konden komen tot inhoudelijke voorstellen voor duurzame visserij die passen binnen de belangen van alle partijen.

Hoe zie je de toekomst van het IJsselmeer nu de STIJ is opgehouden te bestaan?
De STIJ was een tijdelijke partij – dat was altijd al de intentie – die tussen de partijen zou bemiddelen, het vertrouwen tussen de partijen moest verbeteren en inhoudelijk met goede voorstellen moest komen. Tussen 2015 en nu is een paar keer overwogen de stichting op te heffen, maar dat bleek pas in 2022 realistisch en met vertrouwen in de toekomst te kunnen.
Ik zie de toekomst positief als de partijen de ingezette lijn weten vast te houden en constructief met elkaar blijven overleggen. Er moeten tegen de zomer cruciale beslissingen worden genomen over vangstregistratie en de procedures rond het jaarlijks overleg over visplannen. Zolang het open gesprek en de zorgvuldige communicatie overeind blijven, kan dat prima zonder de STIJ. En als dat gebeurt, kan er worden voorkomen dat het dossier weer in de oude situatie belandt waar de bestuursrechter het beleid gaat bepalen.

Ga je een vinger aan de pols houden?
Ja zeker, om te beginnen ben ik, zoals ik al eerder vertelde, tot het einde van de zomer als voorzitter betrokken bij de afronding van het project Verstandig Vissen.

Wat kunnen wij (CBHN) in de toekomst slimmer doen?
Ik denk dat ngo’s ernaar moeten streven in een heel vroeg stadium betrokken te zijn bij beleidsprocessen en de focus moeten leggen op wat zij wél willen. Door vroege betrokkenheid is dat beter mogelijk, het voorkomt dat je in een later stadium alleen maar tégen beslissingen kunt zijn en sneller naar rechtszaken of interventies moet grijpen.

Hoe kan je de overheid met één mond laten praten, als visserij-, natuur- en waterbeheerder?
Richt je als ngo op het bevragen van overheden op beleid dat niet op elkaar afgestemd is of zelfs tegenstrijdig. Spreek ze aan op het algemeen maatschappelijk belang. Bij voorkeur doe je dit in het voortraject van het maken van beleid. Dat betekent dat je vroeg moet worden betrokken en serieus moet worden genomen. Dat kan door open aan tafel te zitten, interesse te tonen in hun wereld en werkelijkheid, en constructieve voorstellen te doen. Mijn uitgangspunt is altijd het open gesprek. Zorgvuldige communicatie heeft altijd de prioriteit.
Als ngo heb je altijd nog de gang naar de rechter als stok achter de deur. Maar die gang kent eigenlijk alleen maar verliezers en doet afbreuk aan vertrouwen. Het is toch ook gek dat een rechter besluit welk beleid belangrijk is en wie het moet aanpassen?

Waar kijk je met trots op terug?
Ik kijk met trots terug op al die momenten waarop het gelukt is om alle partijen aan tafel te krijgen. Als dat lukt en je kunt over inhoudelijk belangrijke dingen spreken. In de loop van de tijd zag ik het respect voor elkaar toenemen en na zo’n gesprek kon ik met een trots gevoel naar huis rijden. Ik zag partijen steeds beter met elkaar praten, ondanks de eigen werelden. En ik was trots als er een goed gesprek ontstond met constructieve discussies, en mensen met een goed gevoel vertrokken. Je kunt immers inhoudelijk goede dingen bedenken, maar als het gesprek erover niet lukt, heb je nóg niets.

Wat ga je nu doen?
Tot en met de zomer blijf ik betrokken bij het project Verstandig Vissen. Daar heb ik m’n handen nog vol aan. Daarna ga ik genieten van mijn pensioen. Dat betekent in eerste instantie tijd besteden aan leuke dingen, zoals op mijn kleindochter passen, kamperen, wandelen, meer lezen en klussen.
Daarnaast wil ik als vrijwilliger maatschappelijk actief blijven, me – zonder tijdsdruk – blijven inzetten voor dingen waar ik plezier aan kan beleven en mijn kennis en ervaring inbrengen. De rode draad hierin blijft mijn interesse voor hardnekkige maatschappelijke vraagstukken. Maar dat ga ik na een eerste rustige periode wel op me af laten komen. Ik leef niet naar mijn pensioen toe, maar wil het wel rustiger aan gaan doen, dat hoort ook bij deze levensfase. Eerst gaan we een mooie zomer tegemoet.

Foto: René Mathon

terug naar het nieuwsoverzicht