IJsselmeergebied: Het Blauwe Hart van Nederland

 

Het Blauwe Hart van Nederland is het grootste zoetwatergebied van Europa en wordt gewaardeerd om haar bijzondere natuurwaarde en als prachtig cultureel erfgoed met haar weidse landschap. Samenwerkende partners in Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk zetten zich samen in voor een vitaal en gezond IJsselmeergebied voor nu en later.

Het laatste nieuws uit het Blauwe Hart

 

Parel van het IJsselmeer: de Gouwzee

Verslag van een vruchtbare bijeenkomst De Gouwzee is een onderbelicht deel van het IJsselmeergebied, terwijl het gebied hoge natuurwaarden heeft (en een dubbele beschermingsstatus vanuit Natura 2000). Er komen veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied af. Het is goed om in een vroeg stadium met alle betrokken partijen om tafel te zitten en te bespreken welke ontwikkelingen dat zijn en hoe we denken hier het beste mee om te kunnen gaan. Daarom faciliteerde de coalitie in september een bijeenkomst waar betrokken partijen met elkaar in gesprek gingen. Dit leverde een mooie oogst aan bruikbare ideeën op. De partijen zijn eensgezind op belangrijke uitgangspunten. Lees hier het verslag van de bijeenkomst.
 
 

Vogels vangen om ze te kunnen beschermen

In ons artikel van 27 juli 2022 gingen wij dieper in op het ringen van vogels. Wie doen dat, en hoe en waarom doen zij dat? Tijdens het broedseizoen is een deel van de ringers aan het werk in het kader van Constant Effort Sites (CES). Wat is dat en wat levert het op voor onze partner Vogelbescherming Nederland? Er zijn Constant Effort Sites in Europa, Noord-Amerika en Canada. In Nederland worden de CES-activiteiten  gecoördineerd door Sovon Vogelonderzoek Nederland en het Vogeltrekstation. Op de Nederlandse Constant Effort Sites worden vogels gevangen, geregistreerd en geringd om gegevens te verzamelen over overleving en reproductie. Gecertificeerde vogelringers vangen in het voorjaar en de zomer op een gestandaardiseerde manier vogels. Zij doen dat op ruim 40 CES-locaties in Nederland. Deze liggen in verschillende leefgebieden, zoals rietmoeras en bos. Van half april tot en met begin augustus wordt 12 keer (eens per 10 dagen) geringd. Van zo’n 20 algemene soorten, waaronder de rietzanger, is het ieder jaar mogelijk om trendindexen te berekenen. Dankzij de gestandaardiseerde werkwijze worden gegevens verzameld waarmee veranderingen in de jaarlijkse overleving en het broedsucces kunnen worden berekend. CES levert dus informatie op waarmee een deel van de aantalsveranderingen van broedvogels kan worden verklaard. Ook veranderingen in het trekgedrag en de conditie van vogels kunnen worden opgemerkt door vogels te ringen, te meten en te wegen. “Onderzoek is nodig om effectief te kunnen beschermen” Ruud van Beusekom, senior communicatieadviseur van Vogelbescherming Nederland, vertelt: “Wij zijn geïnteresseerd in verspreiding en aantallen, en ook in trends, de ontwikkelingen op de langere termijn. Op basis van het aantal en de trend beslissen we welke soort we prioriteit geven in de bescherming en welke er bijvoorbeeld op de rode lijst voor broedvogels komt.” “Als wij een trend constateren, willen we weten waardoor die wordt veroorzaakt, vooral als de aantallen van een vogelsoort afnemen. De grootte van de populatie wordt door drie dingen bepaald: sterfte, aanwas, en emigratie en immigratie. Bij standvogels, zoals de steenuil, speelt dat laatste vrijwel niet. Bij trekvogels veel meer. Bijvoorbeeld de zwartkop en rietzanger, die overwinteren in Zuid-Europa of Afrika. Door ze te blijven vangen, ook nadat de jongen zijn uitgekomen, kan je het broedsucces berekenen. Als het broedsucces hoog is, maar er komen er weinig terug na de trek, is er onderweg iets misgegaan of in de overleving in de winterperiode. Een laag broedsucces? Dan is er iets misgegaan in de reproductie. Dit geeft kennis om te bepalen waar de drukfactoren liggen voor de populatie. Deze kunnen we vervolgens laten onderzoeken.” “Uit CES komt ook informatie over de conditie van vogels. Hebben we bijvoorbeeld een heel koude zomer, dan komen insectenetende vogels in de problemen. Ze kunnen dan al dood gaan in het broedgebied of ze vertrekken met te weinig vet en sterven onderweg tijdens de trek. Klimaat is dus ook bepalend. Maar wat als de insectenpopulatie op orde is en de soort neemt toch af? Dan is het tijd voor onderzoek.” “In het IJsselmeergebied zijn belangrijke rietvelden voor rietvogels, zoals De Mokkebank. Een mooi concreet voorbeeld van het duiden van een trend in rietland gaat over de grote karekiet in de randmeren. We zagen dat de aantallen afnamen, maar wisten niet precies waarom. De kwaliteit van het water speelt een rol, net als waterbeheer. Dat hebben we dus laten onderzoeken. Je wilt immers beschermingsmaatregelen nemen die echt werken. Wat bleek, het speciale, zware riet dat de grote karekiet nodig heeft, verdween doordat grauwe ganzen het riet afgraasden. Door het riet af te rasteren, zodat grauwe ganzen er niet in konden, zagen we het riet weer aangroeien en de aantallen grote karekiet niet verder afnemen en hier en daar zelfs weer toenemen. En zo ontdekken we steeds weer ‘draaiknoppen’ in het beheer om de achteruitgang te stoppen.” Meer lezen? Op De Mokkebank aan de Friese kust staat een vogelringstation. Hier wordt tijdens het broedseizoen meegewerkt aan het CES-project. Lees hier meer over natuurgebied De Mokkebank, het vogelringstation en de ringers.
 
 

“De waarde is vele malen groter dan het ongemak”

Dit is het derde artikel in een reeks waarin een medewerker van een van onze partners een paar standaardvragen beantwoordt. Myrthe Fonck van PWN neemt het stokje over van Martijn de Jong. Wie ben je, waar werk je en wat doe je daar? Ik heet Myrthe Fonck en ik werk als strategisch adviseur natuur bij PWN. PWN is het drinkwaterbedrijf in Noord-Holland. Ik denk na over de lange termijn. Hoe zorgen we voor gezond drinkwater en gezonde duinen in de toekomst? Onze slogan is schone natuur, schone bronnen, schoon drinkwater. Een gezond ecosysteem is de beste basis voor onze bron, het IJsselmeer. Wij willen de drinkwatervoorziening verduurzamen. Door natuurlijke zuivering te ontwikkelen kunnen wij onze voetafdruk verkleinen. Wat is jullie belangrijkste speerpunt met betrekking tot het IJsselmeer? Hoe geven jullie daar vorm aan binnen en buiten de coalitie? Wij hebben drie pijlers: goede kwaliteit, voldoende kwantiteit en goede natuur. Binnen het speelveld van het IJsselmeer maken we ons hier hard voor. Dat doen we door gesprekspartner te zijn, om tafel te zitten op relevante plekken en door oog te hebben voor omgevingsmanagement. Dat gaat dan ook over bijvoorbeeld het stroomgebied van de Rijn. PWN werkt aan de ontwikkeling van een klimaatbuffer in het IJsselmeer. In de buffer kunnen we IJsselmeerwater van goede kwaliteit opslaan. Aan de randen ontwikkelen we een natuurgebied met rietmoeras en waterplanten dat kan helpen bij de voorzuivering. Zo kunnen we beter inspelen op verschillen in waterkwaliteit, bijvoorbeeld in periodes van lagere afvoeren van de rivieren. Het IJsselmeer ‘dikt dan in’, waardoor de concentratie van ongewenste stofjes toeneemt. In tijden van mindere waterkwaliteit in het IJsselmeer hebben we zo toch de beschikking over voldoende water van goede kwaliteit. Dit najaar of volgend voorjaar starten we met een demo om voorzuivering te bestuderen. Dat gaan we doen op ons terrein bij Andijk. We gaan daar 1 ha wetland aanleggen om waterzuivering te bestuderen. De coalitie heeft vanaf het begin meegedacht over hoe zo’n klimaatbuffer eruit kan komen te zien, hoe deze in het landschap past en op welke manier de beste bijdrage kan worden geleverd aan de natuurkwaliteiten van het IJsselmeergebied. Ook heeft de coalitie onze aanvraag voor de LIFE subsidie voor de demo ondersteund (met succes!). Hoe bevalt het werken in onze coalitie? Het IJsselmeergebied is een complex gebied, zowel natuurlijk als bestuurlijk. Het is een hele uitdaging om er de vinger achter te krijgen welke overleggen er allemaal zijn. Door de coalitie hebben we daar goed zicht op. Ik denk dat het heel zinvol is om als natuurpartijen in vereniging te opereren. Op die manier kan je elkaar helpen, ondersteunen en vertegenwoordigen. Samen ben je sterker dan individueel. Misschien zijn we het niet altijd helemaal eens, al is het maar omdat we op verschillende plekken rond het IJsselmeer zitten, maar we kunnen gezamenlijk meer bereiken. Daarnaast hebben we de beschikking over meer kennis, doordat we met verschillende expertises om tafel zitten. Niet alles is altijd even interessant voor iedereen en daar ligt ook de uitdaging: hoe hou je het relevant voor iedereen. De waarde is echter vele malen groter dan het ongemak dat het soms geeft. Wat is jouw mooiste ervaring op of rond het IJsselmeer? Het gebied rond de spaarbekkens bij Andijk vind ik altijd mooi. Je beleeft daar echt de grootte van het IJsselmeer en de kracht van de elementen. Ik stond daar eens met een groep op de dijk in een stevige oostenwind, kletsnat waren we! Je beleeft het IJsselmeer daar echt. Dat vind ik supermooi.
 
 

Onze coalitie in beeld en geluid

De unieke waarden van het IJsselmeergebied worden bedreigd. De partners van Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk hebben de oplossingen samengevat in een streefbeeld, dat is vormgegeven in een compacte infographic. Behoefte aan meer (auditieve) informatie? Luister naar Flos Fleischer, programmanager van de coalitie, in de podcast Vakwerk. Daarin vertelt Flos over nut en noodzaak van de coalitie en wat het werk voor haar betekent.